• Door naar de hoofd inhoud

CERTA

Header Rechts

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Nieuws & Kennis
    • Nieuws & Actualiteiten
    • Certa deelt kennis met Pont
    • Certa expert van ABN AMRO
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact

Opinie

4 juni 2024

Omdat je verder wilt

Vertrouwensbeginsel: een blik op zeldzame successen

Het vertrouwensbeginsel[1] binnen het bestuursrecht schrijft voor dat burgers en bedrijven erop moeten kunnen vertrouwen dat een overheidsorgaan zijn toezegging nakomt. In een procedure komt een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel zelden voor. Dit komt onder andere door een gebrek aan bewijs of omdat andere belangen zwaarder wegen. In twee uitspraken hield de bestuursrechter het overheidsorgaan aan de toezegging. Hieronder lees je meer.

Uitspraak rechtbank Amsterdam van 15 december 2022
In deze zaak ging het om ontheffing van het afmeerverbod voor een pleziervaartuig en een opgelegde last onder dwangsom voor het verwijderen van dit object uit het openbaar water van Amsterdam. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had de aanvraag voor een ontheffing afgewezen en een last onder dwangsom opgelegd, omdat het object geen pleziervaartuig was en sprake was van een overtreding. De rechtbank oordeelde onder andere dat het beroep van de eigenaren op het vertrouwensbeginsel slaagde. Dit was gebaseerd op uitlatingen van ambtenaren, zoals een e-mail waarin vermeld stond dat het object als pleziervaartuig werd beschouwd en een ontheffing mogelijk was. Daarom mocht het college niet handhavend optreden en hoefden de eigenaren het pleziervaartuig niet te verwijderen.

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“Afdeling”) van 10 april 2024
In deze zaak verkreeg Almere Invest appartementen in eigendom op de verdiepingen van een pand in Almere. In 2014 werden deze appartementen gesplitst in drie zelfstandige woonruimten. Op 31 juli 2019 verzochten betrokkenen het college B&W handhavend op te treden tegen de gedeeltelijke bewoning van het pand. Na bezwaar van de betrokkenen besloot het college alsnog handhavend op te treden. In hoger beroep oordeelde de Afdeling dat het college vertrouwen heeft gewekt, omdat het college consequent het standpunt had ingenomen dat bewoning was toegestaan op basis van het overgangsrecht. Voorts wogen het algemeen belang en belang van derden niet zwaarder. Het college mocht daarom niet handhavend optreden en gedeeltelijke bewoning was wél toegestaan.

Gevolgen praktijk
In de praktijk is het belangrijk om toezeggingen te expliciteren en te documenteren. Dat sprake is van gerechtvaardigde verwachtingen betekent niet dat daaraan altijd moet worden voldaan. Andere belangen, zoals het algemeen belang of de belangen van derden, kunnen zwaarder wegen. Wij kunnen de haalbaarheid van het beroep op het vertrouwensbeginsel beoordelen, zodat jij weet wat jouw kansen op succes in een procedure zijn.

Vragen over het vertrouwensbeginsel of bestuurlijke handhaving?
Neem contact op met Werner Altenaar.

[1] Wie zich beroept op het vertrouwensbeginsel moet aannemelijk maken dat van de kant van de overheid toezeggingen of andere uitlatingen zijn gedaan of gedragingen zijn verricht waaruit hij/zij in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht afleiden of het bestuursorgaan een bepaalde bevoegdheid zou uitoefenen en zo ja hoe. Vereist is dat de toezegging, andere uitlating of gedraging afkomstig is van het bevoegde bestuursorgaan of aan het bevoegde bestuursorgaan moet worden toegerekend. Van toerekening van een onbevoegde uitlating is sprake als de betrokkene in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht veronderstellen dat degene die de uitlating deed of de gedraging verrichtte de opvatting van het bevoegde orgaan vertolkte.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Bestuursrecht, Opinie

16 mei 2024

Omdat je verder wilt

CertAlert! Hoofdlijnenakkoord 2024; de juridische aspecten op een rij

Op 16 mei 2024 zijn de formerende partijen tot een hoofdlijnenakkoord gekomen. Hieronder vind je de juridische aspecten die voor jouw organisatie relevant zijn.

Vastgoed- en bestuursrecht: een grote impuls in de woningbouw

  • Bevordering van woningbouwcorporaties: Vergroten van rol in (lage) middenhuur.
  • Optimalisatie Bestaande Woningvoorraad:
    • Uitbreiding van herbestemmingsmogelijkheden;
    • Stimulering van optopping/splitsing van woningen;
    • Toestaan van 'familie-wonen', woningdelen, en permanente bewoning van recreatiewoningen.
  • Versnelling Nieuwbouw:
    • Vergroten van beschikbare grond, prioriteit voor woningbouw;
    • Identificatie nieuwe gebieden voor grootschalige woningbouw;
    • Stimulering beschikbare en betaalbare bouwgrond;
    • Versnelling van procedures, beperking beroepsprocedures, wegwerking struikelblokken en instelling van klankbordgroepen omwonenden.
  • Waarborgen Betaalbaarheid:
    • Minimum 30% sociale huur bij nieuwbouw, met lokale differentiatie;
    • Meer betaalbare woningen voor middeninkomens;
    • Huurbeleid gericht op betaalbaarheid en investeringen;
    • Vaststelling huurontwikkeling en stimulering van diverse huursegmenten.
  • Stimulering Huurwoningenbouw:
    • Vermindering van regel- en belastingdruk;
    • Bindende afspraken met woningbouwcorporaties.
  • Maatregelen voor Koopwoningen:
    • Handhaving fiscale positie eigen woning;
    • Maximering stijging gemeentelijke woonlasten;
    • Programmering van voldoende koopwoningen voor ouderen;
    • Onderzoek naar sociale koopmogelijkheden voor huurders;
    • Handhaving hypotheekrenteaftrek en eigenwoningforfait.

Arbeidsrecht: maatregelen die gericht zijn op zekerheid en meedoen op de arbeidsmarkt

  • Zekerheid en verlichting vanaf 2025:
    • Zekerheid op de arbeidsmarkt wordt gestimuleerd, bijvoorbeeld voor ZZP’ers. De wetsbehandeling van de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) en de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA) wordt voortgezet;
    • Regulering van de uitzendsector en bevordering van meer vaste contracten;
    • Maatregelen worden genomen om de personeelskrapte aan te pakken, zoals het aantrekkelijker maken van werken in de zorgsector. Er wordt gestreefd naar meer autonomie, loopbaanperspectief en goede arbeidsvoorwaarden voor zorgpersoneel;
    • Er komt een herstelplan voor de kwaliteit van het onderwijs met aandacht voor de positie van leraren en vermindering van regeldruk;
    • Verbetering van arbeidsvoorwaarden en veteranenzorg bij Defensie.
  • Bescherming Arbeidsmigranten:
    • Implementatie van aanbevelingen Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten;
    • Strengere aanpak malafide uitzendconstructies en regulering van uitzendbranche.
  • Handhaving en Regulering:
    • Tewerkstellingsvergunningplicht voor niet-EU-arbeidsmigranten met verhoogde handhaving;
    • Verantwoordelijkheid werkgevers voor huisvesting en taalonderwijs arbeidsmigranten;
    • Evaluatie fiscale voordelen onder extraterritoriale kostenregeling.

Ondernemings- en insolventierecht: prioriteit voor het verbeteren van het vestigingsklimaat

  • Stimulering van ondernemerschap met een afwegingskader voor de vestiging van nieuwe bedrijven.
  • Verbetering van het vestigingsklimaat met aandacht voor fiscale maatregelen.
  • Bestrijding van corruptie met een rijksbrede aanpak.
  • Reductie van regeldruk door betrokkenheid van adviescollege en uitvoeringsinstanties bij beleidsvorming.
  • Ondersteuning van bedrijven in energietransitie en oplossen van netcongestie.
  • Bewaking van energiekosten om concurrentievermogen te behouden.
  • Geen nieuwe nationale toevoegingen aan Europees beleid om extra regeldruk te voorkomen.
  • In wetgeving en beleid rekening houden met gevolgen voor kleine ondernemers om werkgelegenheid te stimuleren.
  • Versteviging van InvestNL als investeringsvehikel voor innovatie en economische
  • Terugdraaien van recente lastenverzwaringen voor ondernemers en verlaging van de energiebelasting.

Vragen over wat deze hervormingen voor uw organisatie betekenen? Neem contact op met Barbara Veldmaat of Werner Altenaar

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Bestuursrecht, Arbeidsrecht, Insolventie, Ondernemingsrecht, Opinie, Vastgoedrecht, Woningcorporaties

7 mei 2024

Omdat je verder wilt

CertAlert: Geluidsoverlast is niet altijd onderdeel van het toetsingskader bij realisatie sportbaan

Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning ter realisatie van een padelbaan hoeft de initiatiefnemer niet altijd rekening te houden met geluidsoverlast voor omwonenden. Padel valt onder de bestemming “Sport” en als de activiteit niet in strijd is met de bestemming hoeft de gemeente de geluidsoverlast niet bij de beoordeling te betrekken. Dit volgt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “Afdeling”).

In deze zaak draaide het om een verleende omgevingsvergunning voor de realisatie van twee padelbanen op een tennispark in Amstelveen. Omwonenden zijn daartegen op gekomen, omdat de padelbanen in strijd zouden zijn met de goede ruimtelijke ordening vanwege de geluidsoverlast. De Afdeling stelde de gemeente in het gelijk, omdat de weigeringsgronden “limitatief en imperatief” van aard zijn. Met andere woorden, de geluidsoverlast maakte geen onderdeel uit van het toetsingskader onder de Wabo (sinds 1 januari 2024: Omgevingswet), omdat padel onder de ter plaatse geldende bestemming “Sport” viel.

Dit betekent voor de praktijk dat niet altijd een onderzoek naar geluidsoverlast vereist is voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Toch is het van essentieel belang om bij de realisatie van een padelbaan acht te slaan op mogelijke geluidsoverlast om procedures te voorkomen. Het gebruik van padelbanen kan geluidsoverlast veroorzaken voor omwonenden. Dit kan leiden tot gerechtelijke procedures en aanzienlijke beperkingen van het speelschema. Eerder schreven wij hierover een artikel.

 

Vragen over de omgevingsrechtelijke geluidsnormen of bestuurlijke handhaving op het gebied van sport? Neem contact op met Werner Altenaar

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Bestuursrecht, Opinie

29 april 2024

Omdat je verder wilt

Padel en geluidsoverlast: de noodzaak van geluidsonderzoek en geluidsafschermende voorzieningen om handhaving te voorkomen

Inleiding
Padel is een sport die de laatste jaren aanzienlijk aan populariteit heeft gewonnen. Veel tennis- maar ook andere sportverenigingen en commerciële aanbieders zien mogelijkheden om met de aanleg van padelbanen deze sport verder te ontwikkelen in Nederland. Tegelijkertijd heeft de groei van padelbanen geleid tot conflicten tussen padelverenigingen en omwonenden vanwege geluidsoverlast. Rechters hebben in diverse procedures bepaald dat padelverenigingen zich aan de geluidsnormen moeten houden. Het niet-naleven van deze normen kan leiden tot beperkingen op het speelschema van padelbanen en zelfs bestuurlijke handhaving. Sinds 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging (Wkb) in werking getreden. Dit artikel bespreekt de veranderingen en waar je op moet letten bij de aanleg en het gebruik van een padelbaan om handhaving te voorkomen.

Omgevingsvergunning en geluidsnormen
Sinds 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Vanaf deze datum is het (tijdelijk deel van het) omgevingsplan van toepassing. Dit bestaat uit onder andere de bestemmingsplannen die per 1 januari 2024 van rechtswege zijn vervallen en de rijksregels over activiteiten (de “bruidsschat”). Het geluid moet vanaf 1 januari 2024 voldoen aan de grenswaarden van het omgevingsplan van de betreffende gemeente via de bruidsschat.

Veranderingen
Wet kwaliteitsborging

Voor de aanleg van padelbanen is een omgevingsvergunning bouw vereist. Met de invoering van de Wet Kwaliteitsborging worden nieuwe bouwwerken, waaronder padelbanen, onderworpen aan strenge bouwvoorschriften. Hoewel padelbanen mogelijk onder de laagste risicoklasse vallen, blijft het essentieel om te voldoen aan deze voorschriften om geluidsoverlast te minimaliseren. Hierbij kan geluidswerende bebouwing een cruciale rol spelen om geluidsoverlast te voorkomen.

Maatwerk

Om een geluidsoverschrijding ongedaan te maken kan maatwerkschriften worden vastgesteld. Er zijn twee voorwaarden:

  1. het overheidsorgaan stelt maatwerk met het oog op het waarborgen van de veiligheid, het beschermen van de gezondheid en van het milieu;
  2. bij het opstellen van een maatwerkvoorschrift past het overheidsorgaan de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving toe.

Het overheidsorgaan kan voorzieningen of gedragsregels voorschrijven om geluidsoverlast te voorkomen. Deze kunnen gelden naast de waarden uit het omgevingsplan.

Daarnaast kan het overheidsorgaan op basis van de bruidsschat ook het beschermingsniveau aanpassen, waarbij de binnenwaarde van 35 dB(A) op grond van het Bkl in acht moet worden genomen.

Conclusie en gevolgen voor praktijk
De rechtspraak en veranderingen in wet- en regelgeving onderstrepen het belang van naleving van de geluidsnormen om geluidsoverlast bij omwonenden te voorkomen. Om de invloed van het geluid van padelbanen inzichtelijk te maken, is veelal een geluidonderzoek noodzakelijk. Worden padelbanen aangelegd binnen een invloedsgebied, dan zijn geluidsafschermende voorzieningen een noodzaak om aan de geluidsnormen te voldoen. Hiermee voorkom je bestuurlijke handhaving, maar dit kan de (financiële) haalbaarheid van een initiatief sterk beïnvloeden.

Vragen over de geluidsnormen of bestuurlijke handhaving op het gebied van sport? Neem contact op met Werner Altenaar

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Bestuursrecht, Opinie

11 april 2024

Omdat je verder wilt

Akkoord aanbieden aan de schuldeisers? Wacht niet te lang met inwinnen van advies!

Veel ondernemers hebben forse belastingschulden en laten in sommige gevallen ook nog andere schuldeisers onbetaald. Er is weer een voorzichtige stijging in het aantal faillissementen. Diverse ondernemers kloppen bij ons aan voor hulp bij een akkoord met schuldeisers.

Helaas constateren wij dat veel ondernemers eigenlijk te lang wachten om hun schulden te saneren en dus te laat bij ons aankloppen. Zo had de belastingdienst een tijdelijke versoepeling voor fiscale sanering, die echter per 1 april jl. is afgelopen. De belastingdienst wenst vanaf 1 april 2024 weer tenminste het dubbele percentage te ontvangen van wat aan de concurrente schuldeisers wordt aangeboden.

Een ondernemer weet best nog hoe lang de onderneming heeft om aan de lopende verplichtingen te voldoen. Voor een crediteurenakkoord moet je echter eerder aan de bel trekken.

Een crediteurenakkoord kan op de oude wijze worden aangeboden maar dan moeten alle schuldeisers instemmen met het akkoord of een akkoord wordt aangeboden middels een zogeheten WHOA-traject. Bij een WHOA-traject kunnen ook tegenstemmende schuldeisers worden gedwongen mee te gaan in een akkoord. Dat klinkt aantrekkelijk. Dan moet de onderneming wel op tijd daar mee een aanvang nemen. Rechtbanken wijzen WHOA-verzoeken regelmatig (al) af omdat de onderneming eigenlijk al in een staat van faillissement verkeert. Maak dus tijdig een liquidatieplanning!

Een WHOA traject is daarnaast helaas behoorlijk kostbaar. Dit traject kost al snel een bedrag tussen de € 30.000 en € 60.000. Naast juridisch advies dient u ook een onafhankelijk financieel expert in de arm te nemen, nu bij een WHOA traject de reorganisatiewaarde van de onderneming moet worden berekend om vast te stellen dat de onderneming in de kern gezond is. Daarvoor moeten de administratieve en juridische stukken op orde zijn. De onderneming moet onderbouwen dat deze na het akkoord levensvatbaar is.

De bank en/of belastingdienst moeten op de aan te leveren cijfers kunnen vertrouwen. Dat geldt natuurlijk ook voor de andere crediteuren. Het voorbereiden van een WHOA-traject duurt al snel 2 à 3 maanden. De onderneming moet haar verplichtingen al die tijd blijven voldoen. Dus nogmaals, vraag tijdig advies!

Bij het voorbereiden van een crediteurenakkoord moeten naast het in orde brengen van de administratie, organisatie en juridische stukken, ook de te nemen herstructureringsmaatregelen gereed zijn. Bij het WHOA-traject zal ook de wijze waarop de schuldeisers in verschillende klassen worden behandeld in kaart worden gebracht. Daarna moeten de belangrijkste stakeholders zoals de bank (financiers), belastingdienst en belangrijkste leveranciers worden benaderd om te kijken of ze mee willen werken aan het voorgestelde akkoord. Deze gesprekken kunnen leiden tot aanscherping van het akkoord.

Vervolgens kan er worden gesproken met de schuldeisers die in een faillissement ook betaald krijgen. Als deze “in the money” crediteuren akkoord zijn, dan is dat een sterk argument naar de overige crediteuren (die kunnen bij een WHOA-traject worden overruled door de “in the money” crediteuren).

Is de onderneming minder groot en het aantal crediteuren idem dito, dan is het “ouderwetse” crediteurenakkoord ook mogelijk. Dan geldt echter wel dat er overeenstemming moet zijn met alle crediteuren.

Heeft u een problematische schuldenlast? Win dan op tijd advies in! Certa Advocaten werkt samen met een team van experts op financieel gebied. Neem (tijdig) contact met ons op als u ziet dat er sprake is of een problematische schuldpositie dreigt.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Insolventie, Opinie

2 april 2024

Omdat je verder wilt

Verruiming sluitingsbevoegdheden burgemeester bij aanslag woning en ontbindingsmogelijkheden verhuurder

Inleiding
Sinds de wetswijziging van 1 januari 2024 heeft de burgemeester meer bevoegdheden gekregen om woningen te sluiten bij aanslagen op een woning op grond van de zogeheten Wet Victoria. De aanleiding hiervoor zijn de incidenten die bij woningen plaatsvinden. Deze verruimde bevoegdheid is succesvol toegepast volgens twee recente uitspraken van de voorzieningenrechter[1]. Wanneer een burgemeester een huurwoning sluit, heeft de verhuurder de mogelijkheid om de huurovereenkomst te ontbinden. In dit artikel lees je meer over de betekenis van de verruiming van de sluitingsbevoegdheid voor de praktijk.

Verruiming sluitingsbevoegdheden burgemeester
Vóór 1 januari 2024 kende het oude artikel 174a Gemeentewet een beperkt toepassingsbereik. De burgemeester moest aantonen dat sprake was van gedragingen vanuit de woning, langdurig overlast en/of de veiligheid en de gezondheid van mensen in ernstige mate werd bedreigd.

In de praktijk lukte het de burgemeester vaak niet om deze strikte bevoegdheidstoets te doorstaan. Maar, dankzij de verruiming kan een burgemeester nu ook een woning sluiten als sprake is van ernstige verstoring van de openbare orde rondom de woning door geweld of dreiging daarmee of als er een wapen wordt gevonden in de woning.

Recente rechtspraak
In recente uitspraken hebben de burgemeesters van Alkmaar en Stichtse Vecht met succes gebruikgemaakt van de verruimde bevoegdheid om woningen te sluiten. De burgemeester van Alkmaar had in een woning gesloten. Uit bestuurlijke rapportages bleek dat zwaar vuurwerk met brandbaar materiaal vanaf de straat naar de desbetreffende woning werd gegooid. Volgens de voorzieningenrechter mocht de burgemeester aannemen dat daarmee de openbare orde rond de woning ernstig was verstoord of de ernstige vrees bestond voor het ontstaan van een ernstige verstoring. In het geval van de burgemeester van Stichtse Vecht bleek uit een bestuurlijke rapportage dat na een eerdere explosie voor de deur van de woning, nog steeds sprake was van dreiging richting de woning. Volgens de politie kon daarom niet uitgesloten worden dat er opnieuw ernstige verstoringen van de openbare orde zouden plaatsvinden.

Al met al, volgt uit de uitspraken dat het belangrijk is dat de ernstige verstoring (of de vrees daarvoor) door de burgemeester wordt onderbouwd aan de hand van bestuurlijke rapportages.

Ontbindingsmogelijkheden verhuurder
Een gevolg van de verruimde sluitingsbevoegdheid van de burgemeester is dat de verhuurder de huurovereenkomst vanaf 1 januari 2024 ook buitengerechtelijk mag ontbinden bij:

  • gedragingen in de onmiddellijke nabijheid van het gehuurde,
  • indien er een ernstige vrees voor het ontstaan van een verstoring in de openbare orde is, en/of
  • voorbereidingshandelingen.

In de praktijk zullen verhuurders dus sneller en in meerdere situaties de mogelijkheid tot buitengerechtelijke ontbinding krijgen. Huurders zullen daarom sneller geconfronteerd kunnen worden met buitengerechtelijke ontbinding, ook wanneer zij niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor een woningincident.

Conclusie en gevolgen praktijk
Vanwege de toename van het aantal incidenten in of bij woningen, zal de burgemeester de verruimde bevoegdheid vaker (succesvol) toepassen om woningen te sluiten. Uit de rechtspraak volgt dat dit met succes kan worden gedaan en (de vrees voor) ernstige verstoring van de openbare orde kan worden onderbouwd aan de hand van bestuurlijke rapportages. Als gevolg zullen verhuurders ook vaker de mogelijkheid krijgen om de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden.

Vragen over de sluiting van een pand of over de mogelijkheden om een huurovereenkomst te ontbinden? Neem contact op met Werner Altenaar of Louise Strating.

[1] Rechtbank Noord-Holland op 13 februari 2024 en de rechtbank Midden-Nederland op 7 februari 2024

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Bestuursrecht, Huurrecht, Opinie

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 5
  • Pagina 6
  • Pagina 7
  • Pagina 8
  • Pagina 9
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 23
  • Ga naar Volgende pagina »

Amsterdam
Keizersgracht 620
1017 ER Amsterdam

 

Bussum
Brediusweg 20
1401 AG Bussum

 

020 521 6699 | [email protected]

 

KvK: 34342484 | BTW nr: 8208.79.368.B01

Juridische informatie:

Algemene Voorwaarden

Klachtenregeling

Privacyverklaring

Rechtsgebiedenregister

Evaluatieformulier

Snel naar:

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Nieuws & Kennis
    • Nieuws & Actualiteiten
    • Certa deelt kennis met Pont
    • Certa expert van ABN AMRO
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact
  • Zoeken
© 2025 CERTA | Realisatie: Probu

Privacyverklaring & AV koppeling

Privacyverklaring  |  AV