• Door naar de hoofd inhoud

CERTA

Header Rechts

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact

Opinie

25 september 2020

Omdat je verder wilt

Mijn huurder doet een beroep op het coronavirus. Kan dat zomaar?

Het coronavirus houdt ons nog altijd in de greep. Ook de rechtspraak staat met betrekking tot dit punt niet stil. Veel huurders en verhuurders van bedrijfsruimten hebben inmiddels onderling afspraken gemaakt over de huurbetalingen in de coronatijd. Voor wie niet tot afspraken is gekomen, nog in onderhandeling is en/of voor wie de gevolgen van de crisis nu pas voelbaar zijn, kan de recente jurisprudentie handvatten bieden.

  • Onvoorziene omstandigheden
    Kantonrechters hebben al meerdere keren geoordeeld dat de coronacrisis kan worden aangemerkt als een onvoorziene omstandigheid.[1] Daarvan is sprake indien (i) partijen bij het sluiten van de overeenkomst een dergelijke crisis die het gebruik van het gehuurde feitelijk of juridisch onmogelijk maakt dan wel ernstig belemmert niet voor ogen hebben gehad en (ii) een dergelijke crisis niet in de huurovereenkomst is verdisconteerd.[2] Als sprake is van een onvoorziene omstandigheid, dient te worden gekeken of de verhuurder een ongewijzigde instandhouding van de huurovereenkomst mag verlangen. Hierbij zijn de omstandigheden van het geval van belang. Uit recente uitspraken blijkt dat voor beantwoording van die vraag onder meer kan worden gekeken naar of (i) er overheidsmaatregelen zijn die het gebruik van het gehuurde belemmeren[3], (ii) huurder en verhuurder commerciële partijen zijn[4], (iii) de huurprijs omzetgerelateerd is[5] en/of (iv) sprake is van een sterke omzetdaling.[6] In de rechtspraak wordt benadrukt dat indien er daadwerkelijk (financiële) gevolgen van de coronacrisis zijn deze niet volledig op de huurder kunnen worden afgewenteld, maar dat het ook niet redelijk is om de gevolgen volledig voor rekening van de verhuurder te laten komen.[7] Het ligt voor de hand om de gevolgen gelijkelijk over de partijen te verdelen.[8]

  • Gebrek
    Naast een beroep op onvoorziene omstandigheden, kan door de huurder ook een beroep worden gedaan op de specifieke ‘gebrekenregeling’ indien vanwege de coronacrisis de bedrijfsruimte op last van de overheid is gesloten.[9]Het argument dat de verhuurder niks te verwijten valt gaat niet op. De toerekenbaarheid is geen vereiste.[10] Let op; indien een huurprijsvermindering op grond van een gebrek is uitgesloten in de huurovereenkomst, kan die bepaling mogelijk op grond van onvoorziene omstandigheden of een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid alsnog opzij worden gezet (zie hierboven).[11] Indien er geen sprake is van een sluiting van overheidswege, maar de huurder er zelf voor kiest om het gehuurde vanwege tegenvallende resultaten niet te gebruiken, komt de huurder in principe geen beroep op de gebrekenregeling toe.[12] In de literatuur gaan inmiddels stemmen op die zeggen dat een sluiting van overheidswege ten onrechte als gebrek wordt aangemerkt. In een geschil zullen partijen dan hun heil moeten zoeken bij de onvoorziene omstandigheden en/of de redelijkheid en billijkheid.

  • Wat nu?
    In beginsel adviseren wij – naar aanleiding van de lijn die in de uitspraken te vinden is – om de gevolgen van de coronacrisis gelijkelijk over partijen te verdelen. Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat de huurder aannemelijk moet maken dat hij o.a. (financiële) schade heeft geleden. Het voorstaande geldt in beginsel. Om een specifieke huurovereenkomst of huurrelatie te (kunnen) beoordelen dienen uiteindelijk alle omstandigheden van het geval tegen elkaar te worden afgewogen.

     

 


Vragen over de gevolgen van de coronacrisis voor huren?
Neem contact op met
Lisanne Hennink of Louise Strating.

 

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Coronapandemie, Huren / Verhuren, Opinie

25 september 2020

Omdat je verder wilt

Persbericht -
vestiging Bussum

CERTA advocaten biedt zijn diensten
behalve in Amsterdam (en voorheen Almere),
nu ook in Bussum en omstreken aan.

Waarom deze uitbreiding?

CERTA heeft inmiddels bewezen dat zijn moderne
no-nonsense-aanpak ondernemers echt verder helpt.
Juridische adviezen en procedures zijn voor ondernemers
een noodzaak, meer niet. Ze willen verder.

Het succes van deze aanpak en de bedrijvigheid
van de ondernemers in de regio Midden-Nederland
prikkelden CERTA’s groeiambitie. De vondst van een
prachtig kantoor in Bussum maakte die ambitie concreet.

CERTA, opgericht in 2004,  is een gevarieerd team van
22 professionals. Jong talent zorgt samen met ervaren seniors
voor een moderne en pragmatische benadering van het vak.
Geen gecompliceerde, met jargon gevulde adviezen dus.

CERTA’s klanten willen verder. Dat is altijd het uitgangspunt.

Aan de Brediusweg 20 in Bussum zullen we ondernemers
op de CERTA-manier verder helpen met:

Arbeidsrecht – Contracten
Faillissementen – Incasso
Ondernemingsrecht
en Vastgoed

Neem voor meer informatie
contact op met
Ragnild Meulenberg
of Seerp Gratama.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Certa Nieuws, Opinie

1 september 2020

Omdat je verder wilt

Faillissement bouw- en aannemersbedrijf Hettebouw

Bussum / Amsterdam

Bij vonnissen van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 11 en 13 augustus 2020 zijn de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid:

Hettebouw B.V.

Hette Prefab B.V.

Almere Hettebouw B.V.

gevestigd te Marknesse in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. tot rechter-commissaris en mr. R. Meulenberg van Certa Advocaten B.V. tot curator.

Afkoelingsperiode

Er is een afkoelingsperiode gelast voor de duur van 2 maanden. De afkoelingsperiode heeft tot gevolg dat derden (waaronder bijvoorbeeld leveranciers) zich zonder toestemming van de curator geen goederen kunnen opeisen of weghalen die zich in de macht van gefailleerde bevinden. Indien dit wel gebeurt, is dat onrechtmatig en zal hier tegen worden opgetreden.

Gevolgen

Hoewel het faillissement voor vele betrokkenen uiteraard verstrekkende gevolgen heeft, is het de bedoeling van de curator om de bouwactiviteiten zo spoedig mogelijk te laten hervatten en voltooien. Hettebouw is als aannemer betrokken bij diverse (nieuw)bouwprojecten. Alles wordt erop gericht om er voor te zorgen dat de kopers en opdrachtgevers van Hettebouw zo spoedig mogelijkheid duidelijkheid en zekerheid krijgen over de wijze waarop de termijn waarbinnen de bouwwerkzaamheden kunnen worden voltooid. Dat geldt ook voor de betrokken onderaannemers en leveranciers.

Overname / doorstart

Er is door andere bouwbedrijven veel belangstelling getoond voor overname / doorstart van de bouwactiviteiten en personeel van Hettebouw. De komende periode zal er gesproken worden met deze overnamekandidaten. De voorkeur gaat uit naar een kandidaat die de onderneming en het personeelsbestand  (zo) volledig (mogelijk) overneemt en de lopende bouwprojecten kan en wil voltooien. De meeste kopers beschikken over een Woningborg garantie en zij worden geadviseerd om daarover contact op te nemen met Woningborg. De curator zal er naar streven om de kopers, opdrachtgevers en Woningborg de komende tijd zo goed mogelijk op de hoogte te houden van de voor hen relevante ontwikkelingen.

Contact

Voor reacties, vragen of het indienen van vorderingen kunt u contact opnemen via het volgende e-mailadres: [email protected].

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Faillissement, Ondernemen, Opinie

3 juni 2020

Omdat je verder wilt

Coronacrisis DEEL III: Het (niet) betalen van huur.

Ongetwijfeld is de zogenaamde noodverordening COVID-19 bekend. Daarin is onder andere bepaald dat het verboden is om eet- en drinkgelegenheden open te hebben. In de praktijk raakte deze regel – per 2 juni geldt er een ander regime – hoofdzakelijk cafés en restaurants.

De meest recente ontwikkelingen in de rechtspraak laten zien dat het moeten sluiten van een horecagelegenheid in de relatie tussen de huurder en verhuurder een gebrek oplevert aan de zijde van laatstgenoemde. De wettelijke consequentie hiervan is dat de huurder (tijdelijk) kan worden ontslagen van zijn huurbetalingsverplichting.

Wat is belangrijk:

 

  • Veel verhuurders en huurders hebben, al dan niet onder druk van de ander, afspraken gemaakt over het kwijtschelden of opschorten van de huur. Dat betekent dat de rechter er niet aan te pas hoeft te komen. Als deze afspraken echter onder ongeoorloofde druk tot stand komen, is er misschien sprake van misbruik van omstandigheden of misbruik van recht, zie hierover https://certa.nl/coronacrisis-en-de-juridische-onmogelijkheden/

  • In de gevallen waarbij partijen niet in goed onderling overleg tot een oplossing komen, kan de zaak aan de rechter worden voorgelegd. In twee recente uitspraken (van de rechtbank Noord-Nederland en de rechtbank Gelderland) is uitgemaakt dat een gebruiksbeperking van het gehuurde een gebrek is in de zin van artikel 7:204 BW. In de eerste zaak gaat het om een belegger tegen Inbev en in de andere zaak om voetbalclub Vitesse tegen haar verhuurder Stadion Gelredome.

  • De rechtbank verwijst in beide zaken naar de parlementaire geschiedenis. De verantwoordelijk minister heeft op een vraag van de vaste commissie voor justitie gezegd (Wetsvoorstel 26.089, nr. 6, Nota naar aanleiding van het verslag, p.15):

    “De vraag van de Commissie of het onderhavige artikel ook van toepassing is indien een (onvoorziene) overheidsmaatregel het gebruik van de zaak verhindert, moet bevestigend worden beantwoord. Er is dan immers sprake van een gebrek in de zin van artikel 204, dat het genot dat de huurder mocht verwachten geheel onmogelijk maakt.”

  • Het uitganspunt is dus dat er bij een gedwongen sluiting sprake is van een gebrek. De wet (art. 7:207 BW) bepaalt vervolgens dat de huurder in dat geval recht heeft op huurprijsvermindering.

  • Voor de praktijk is het tegen deze achtergrond interessant om te weten of tussen partijen nadere afspraken zijn gemaakt. Art. 7:207 BW is namelijk van regelend recht. Er mag over huurprijsvermindering daarom een afwijkende afspraak zijn gemaakt.

  • Als die afspraak wel is gemaakt, dan moet de huurder met succes kunnen aanvoeren dat de afspraak (dat een gebrek geen recht geeft op huurprijsvermindering) op grond van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW) of onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW) opzij moet worden gezet. Daarvoor is nodig dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

  • Als die afspraak niet is gemaakt dient de verhuurder op voor de rechter doorslaggevende gronden aan te kunnen voeren dat een huurprijsvermindering op grond van de redelijkheid en billijkheid of als onvoorziene omstandigheid onaanvaardbaar is.

  • Zowel voor de huurder (eerste geval) als de verhuurder (tweede) geval zal moeten worden beoordeeld of het onaanvaardbaar is. Dat is een zware toets, zodat de rechter minder snel dan normaal zal oordelen dat hiervan sprake is.

  • Het verschil tussen wel of geen huurprijsvermindering komt er vrij vertaald dus op neer datzonder afspraken de huurder sneller in het gelijk zal worden gesteld. Zijn er wel afspraken gemaakt, heeft de verhuurder een makkelijk(er) te bepleiten zaak. In het geval van Inbev oordeelde de rechter dat voldoende aannemelijk was dat de bodemrechter het beroep van Inbev op huurprijsvermindering zal toewijzen. De door Inbev voorgestelde vermindering met een derde komt de rechter vooralsnog redelijk voor. In de zaak van Vitesse tegen haar verhuurder liep het voor Vitesse minder goed af. Stadion Arnhem en Gelredome voerden terecht aan dat Vitesse haar financiële positie onvoldoende feitelijk en inhoudelijk heeft onderbouwd om te voldoen aan de zware toets die geldt bij een beroep op wijziging van de huurovereenkomst op grond van onvoorziene omstandigheden.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Coronapandemie, Huren / Verhuren, Ondernemen, Opinie

26 maart 2020

Omdat je verder wilt

Wat ondernemers moeten weten voor het maken van een noodplan

De gezondheidsmaatregelen zijn door de overheid aangescherpt en verlengd. Dat is een noodzakelijke stap, maar tegelijkertijd ook funest voor jouw onderneming. Wij hebben de mogelijke maatregelen voor ondernemers op een rij gezet. Zo kan er een noodplan worden opgesteld in deze coronacrisis.


  • Pakket aan steunmaatregelen
    De overheid biedt een pakket aan steunmaatregelen om zoveel mogelijk banen en inkomens te beschermen. De maatregelen beogen dat bedrijven hun personeel kunnen behouden en doorbetalen, zelfstandigen gebruik kunnen maken van een overbruggingsregeling en dat via versoepelde belastingregelingen, uitstel van betaling, compensatie en extra kredietmogelijkheden zoveel mogelijk geld in de bedrijven beschikbaar blijft. Voor deze steunmaatregelen kunnen ondernemers terecht bij de belastingdienst, de gemeente of hun bank. Voor advies kun je uiteraard ook terecht bij een accountant, fiscalist of financieel adviseur.

  • Noodfonds overbrugging werkgelegenheid
    Het Noodfonds overbrugging werkgelegenheid (NOW) is bedoeld om werkgevers te compenseren. Hierdoor kunnen werkgevers hun werknemers met een vast en met een flexibel contract doorbetalen. Het NOW komt in plaats van de bestaande werktijdverkorting, die hiermee per direct komt te vervallen. Hier vind je ons artikel over de NOW >

  • Wijziging, aanpassing of beëindiging van contracten
    Contracten kunnen mogelijk worden gewijzigd of aangepast op grond van onvoorziene omstandigheden, zoals in dit geval de coronacrisis. De schade zou eventueel kunnen worden verdeeld tussen partijen. Dat kan een 50/50 verdeling zijn, of een andere verhouding. Er kan eventueel een beroep worden gedaan op overmacht. Wanneer een contract op grond van overmacht niet kan worden nagekomen, dan kan er geen nakoming worden verlangd en geen schadevergoeding worden gevorderd. Wanneer een contract niet meer wordt of kan worden nagekomen, kan eventueel ook ontbinding van dat contract plaatsvinden. In contracten kunnen op dit punt ook bepalingen zijn opgenomen. Voor bepaalde contracten kunnen specifieke bepalingen gelden. Het kan van groot belang zijn om deze mogelijkheden te onderzoeken. In dit artikel lees je daar meer over >

  • Schuldsanering, onderhands akkoord, WHOA
    Blijven de schulden (ondanks bovenstaande opties) toch te zwaar drukken, is het verstandig om te kijken naar de mogelijkheden van een schuldsanering door middel van een akkoord. Dit kan buiten de rechter om, maar ook via de rechter door middel van een zogeheten dwangakkoord. Op dit moment is aanhangig een wetsvoorstel om ook buitengerechtelijke akkoorden via de rechter afdwingbaar te maken, de zogenaamde wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). Nu vereist dat nog instemming van alle betrokken crediteuren. Dat is onwenselijk, omdat een dwarsligger een akkoord waarmee de meerderheid van de crediteuren instemt, kan blokkeren. Het zou goed zijn om deze wet zo snel mogelijk in te voeren. Maar tot deze wet is ingevoerd is het raadzaam om de mogelijkheden van een buitengerechtelijk akkoord toch te onderzoeken. Het kan (zeker in deze tijd) ook voor crediteuren een betere optie zijn om met een debiteur die in zwaar weer verkeert, een regeling te treffen, in plaats van helemaal geen betaling te ontvangen.

  • Surseance van betaling
    Wanneer de tijd te kort is om al deze maatregelen te nemen te nemen of wanneer de getroffen maatregelen toch nog niet voldoende zijn, terwijl de betalingsverplichtingen zich hebben opgestapeld, dan kan het ook raadzaam zijn surseance van betaling aan te vragen. Daarmee wordt voor een langere periode uitstel verleend voor betalingen die op dat moment openstaan. Tijdens een surseance van betaling moeten de doorlopende verplichtingen echter wel worden voldaan. Ervan uitgaande dat de coronacrisis op termijn kan worden opgelost, zou dit bij uitstek een mogelijkheid zijn om het bedrijf door de crisis te loodsen.

  • Liquidatie, vereffening
    Wanneer er ondanks alle getroffen maatregelen geen mogelijkheden zijn om de bedrijfsactiviteiten voort te zetten, kan worden gedacht aan liquidatie, vereffening en ontbinding van de vennootschap. Hiermee kan indien nodig een zogenaamde ‘soft landing’ worden bereikt, waarmee verdere schade kan worden voorkomen. Daarbij dienen alle crediteuren te worden voldaan uit de middelen die er nog zijn of dient met alle crediteuren een regeling te worden getroffen. Wanneer er geen baten meer zijn kan worden gedacht aan een zogeheten turbo-liquidatie.

  • Faillissementsaanvraag, en eventuele doorstart van rendabele bedrijfsactiviteiten
    Tot slot, wanneer al het voorgaande niet (meer) mogelijk is en niet meer aan de financiële verplichtingen kan worden voldaan, kan als laatste middel het (eigen) faillissement worden aangevraagd. Zo mogelijk kan vanuit faillissement een doorstart plaatsvinden en kunnen daarmee de rendabele onderdelen van een bedrijf worden voortgezet. Hiermee kan verder oplopende schade worden beperkt en werkgelegenheid, voor een deel, behouden blijven.

  • Diverse opties mogelijk combineren en verwerken in een noodplan
    Voor bedrijven in moeilijkheden (en dat zullen er helaas veel zijn of worden in deze periode) is het van groot belang om deze diverse mogelijkheden te onderzoeken. Daarbij dient te worden bedacht dat ook combinaties van deze opties mogelijk zijn. Allereerst kan uiteraard worden bekeken of de diverse steunmaatregelen en het NOW een oplossing bieden. Dit kan uiteraard worden gecombineerd met het zo mogelijk wijzigen, aanpassen of beëindigen van contracten en het treffen van een schuldsanering door middel van een akkoord, al dan niet via de rechter. Wanneer dat niet direct een oplossing biedt of te veel tijd kost, kan ondertussen surseance van betaling worden aangevraagd om daarmee meer tijd te krijgen de voorgaande maartregelen te nemen. Mocht ook dat geen oplossing bieden dan valt te denken aan liquidatie en ontbinding of zelfs het aanvragen van een faillissement met daar waar mogelijk een doorstart.

–


Is iets je niet helemaal duidelijk,
of wil je hulp bij het maken van je noodplan:
bel of mail Seerp Gratama.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Coronapandemie, Ondernemen, Opinie

26 maart 2020

Omdat je verder wilt

Coronacrisis DEEL II: De juridische (on)mogelijkheden.

Er is al opgemerkt dat de maatschappelijke gevolgen van het coronavirus op dit moment amper zijn te overzien. Het motto is “Let goed op elkaar en jezelf”. We houden je constant op de hoogte over de juridische gevolgen van deze vreemde tijd. Voor één van deze gevolgen is vandaag een oplossing bekend geworden.

De huidige wettelijke regeling is dat een tijdelijk huurcontract alleen kan worden aangezegd (kennisgeving) dat de overeenkomst eindigt of worden omgezet in een vast contract. Tijdelijke woonruimtehuurovereenkomsten kunnen op grond van art. 7:271 lid 1 BW niet tijdelijk worden verlengd. De minister komt met spoedwetgeving die het mogelijk maakt dat tijdelijke huurcontracten tijdens deze crisis toch kunnen worden verlengd. De nieuwe (spoed)wet kan een oplossing bieden voor huurders die tegen het einde van de looptijd aanlopen, maar door de coronacrisis geen mogelijkheid hebben om een andere woning te zoeken. Het streven is dat de wet zo snel mogelijk in werking treedt. Minister van Veldhoven van Milieu en Wonen en de verhuurdersorganisaties en brancheverenigingen (Aedes, IVBN, Kences, Vastgoed Belang) vinden dat door de coronacrisis niemand op straat moet belanden. Ze hebben daarom afgesproken dat er geen woningen meer worden ontruimd.

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/03/26/geen-huisuitzettingen-en-verlenging-tijdelijke-huurcontracten

Met deze maatregelen wordt bevestigd dat er voor de juridische gevolgen van de coronacrisis (gelukkig) oplossingen worden gevonden.
Het motto van de maatschappelijke gevolgen hoeft voor de juridische gevolgen niet anders te zijn:
Partijen moeten goed op elkaar en zichzelf letten.


–

Wil je meer weten of is iets je niet helemaal duidelijk, bel of mail Rogier Visser.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Coronapandemie, Huren / Verhuren, Opinie, Wonen

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Interim pagina's zijn weggelaten …
  • Pagina 19
  • Pagina 20
  • Pagina 21
  • Pagina 22
  • Ga naar Volgende pagina »

Amsterdam
Keizersgracht 620
1017 ER Amsterdam

 

Bussum
Brediusweg 20
1401 AG Bussum

 

020 521 6699 | [email protected]

 

KvK: 34342484 | BTW nr: 8208.79.368.B01

Juridische informatie:

Algemene Voorwaarden

Klachtenregeling

Privacyverklaring

Rechtsgebiedenregister

Evaluatieformulier

Snel naar:

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact
  • Zoeken
© 2025 CERTA | Realisatie: Probu

Privacyverklaring & AV koppeling

Privacyverklaring  |  AV