• Door naar de hoofd inhoud

CERTA

Header Rechts

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact

Huurrecht

2 december 2024

Omdat je verder wilt

CertAlert! Jaarlijkse huurverhoging met een opslag van maximaal 3% over het algemeen niet oneerlijk.

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van vandaag geoordeeld dat een huurprijswijzigingsbeding dat voorziet in een jaarlijkse opslag van maximaal 3% bovenop de consumentenprijsindex (CPI) in het algemeen niet als een oneerlijk beding kan worden beschouwd.

Achtergrond
In vrije-sector huurcontracten met betrekking tot woonruimten wordt vaak een beding opgenomen dat het mogelijk maakt om de huur jaarlijks te verhogen op basis van de CPI plus een vaste of maximum opslag. Sinds medio 2023 worden dergelijke bedingen ambtshalve door rechters getoetst aan de Europese Richtlijn oneerlijke bedingen. In deze zaak ging het over een opslag van maximaal 3%, die door de rechtbank Amsterdam was beoordeeld als mogelijk oneerlijk. Indien dat oordeel juist zou zijn, zou het beding nietig zijn en zouden huurders alle op deze grond doorgevoerde verhogingen kunnen terugvorderen. De rechtbank stelde daarom prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over de (on)eerlijkheid van het huurprijswijzigingsbeding en de gevolgen daarvan.

Splitsing van bedingen
Volgens de Hoge Raad moet het huurprijswijzigingsbeding gesplitst worden in een indexatiebeding (dat inflatie compenseert) en een opslagbeding (dat aanvullende kostenstijgingen of waardeontwikkelingen dekt). Volgens de Hoge Raad kan het ene beding eerlijk zijn, terwijl het andere mogelijk oneerlijk is, afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

Oneerlijk opslagbeding?
De Hoge Raad oordeelt dat een opslagbeding van maximaal 3% in het algemeen niet als oneerlijk wordt beschouwd. De reden hiervoor is dat een maximum opslag van 3% doorgaans niet onredelijk hoog is en aansluit bij wat gebruikelijk is in de vrije huursector. Bovendien zijn de financiële gevolgen voor huurder voorzienbaar, aangezien de maximale verhoging bij het aangaan van de huurovereenkomst is vastgelegd.

Desondanks kunnen bijkomende omstandigheden in individuele gevallen ertoe leiden dat een opslagbeding wél oneerlijk wordt bevonden. In dat geval gelden de volgende consequenties:

  1. Correctie van huurachterstanden: Huurverhogingen op basis van een oneerlijk opslagbeding moeten buiten beschouwing worden gelaten bij de berekening van achterstallige huur;
  2. Terugbetaling: Te veel betaalde huur op grond van een oneerlijk beding kan door de huurder worden teruggevorderd;
  3. Verrekening: Verrekening met de huurachterstand is mogelijk, indien de huurder hier een beroep op doet. De rechter mag niet uit zichzelf overgaan tot verrekening van de huurachterstand;
  4. Beëindiging huurovereenkomst: Bij beëindiging van de huurovereenkomst wegens achterstallige huur moet de rechter zelf nagaan of het niet-betalen ernstig genoeg is, waarbij ook relevant kan zijn dat de huurder te veel huur heeft betaald op grond van het oneerlijke beding.

Lees hier de volledige uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2024:1780.

Vragen of advies nodig over het huurprijswijzigingsbeding?
Neem gerust contact op met Louise Strating, Juliette Soomers of een van onze andere specialisten.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Huurrecht, Opinie

26 juli 2024

Omdat je verder wilt

CertAlert! Advies van de Procureur-Generaal over de (on)eerlijkheid van huurprijswijzigingsbedingen

Kantonrechters
De zaak waarover de Procureur-Generaal aan de Hoge Raad adviseert begon als een ‘onschuldige’ incassozaak in verband met niet betaalde huurpenningen, maar eindigde voor verhuurders met een bom onder de huurinkomsten. Dat kwam omdat de kantonrechter het huurprijswijzigingsbeding in het huurcontract als oneerlijk bestempelde, zodat de huur nooit verhoogd had mogen worden. Alle verhogingen moeten ongedaan worden gemaakt. Wat als een huurachterstand begon, werd een voorstand.

Stroomversnelling
Omdat het huurprijswijzigingsbeding niet een eenmalig bedenksel is, maar ongeveer in alle huurovereenkomsten voorkomt, is de impact van de beslissing van de kantonrechter heel groot. De geschillen over huurverhogingen kwamen al snel in een stroomversnelling; er volgde vele vonnissen waarin verhuurders werden teruggefloten. De laatste stand van zaken is dat de Procureur-Generaal op 19 juli 2024 de Hoge Raad advies gaf naar aanleiding van de prejudiciële vragen die zijn gesteld. Met dat advies krijgt de discussie een interessante wending, omdat de Procureur-Advocaat in gaat op het splitsen van het beding. Zie deze LinkedIn-post.

Belangrijke punten advies Procureur-Generaal
Een advies van de Procureur-Generaal legt doorgaans veel gewicht in de schaal hoe de Hoge Raad zal beslissen. In dit geval gaat het om prejudiciële vragen die de Hoge Raad moet beantwoorden. Met betrekking tot de huurprijswijzigingsbedingen is belangrijk om te noemen:

  1. Een huurprijswijzigingsbeding moet volgens de Procureur-Generaal worden gesplitst in een indexatiebeding en een opslagbeding. Het indexatiebeding is bedoeld om de huur gelijk op te laten gaan met de inflatie. De ‘eerlijkheid’ daarvan staat volgens de Procureur-Generaal niet ter discussie.
  2. Het opslagbeding is bedoeld voor kosten die met meer dan de inflatie stijgen en om de marktontwikkelingen bij te houden. Ook dat vindt Procureur-Generaal niet zonder meer oneerlijk.
  3. Als toch wordt geoordeeld dat er sprake is van een oneerlijk beding, dan wordt in het advies opgemerkt dat als niet mag worden gesplitst (in enerzijds een indexatie- en anderzijds het opslagbeding) en het beding daarom in zijn geheel als oneerlijk wordt bestempeld, dat betekent dat nagenoeg elke mogelijkheid om de huurprijs te verhogen er niet meer is. Er kan dan niet meer geïndexeerd worden noch een opslag worden toegepast, terwijl indexeren in principe niet als oneerlijk wordt aangemerkt.
  4. Last but not least vindt de Procureur-Generaal vindt een opslag van 3% - waarbij hij naar de percentages kijkt die jaarlijks door de minister worden vastgesteld ten behoeve van huurprijswijzigingen in de sociale verhuur – niet onaanvaardbaar.

Niet terug te lezen in het advies van de Procureur-Generaal maar wel interessant om te benoemen, is dat de richtlijn over oneerlijke bedingen uit 1993 komt, maar eigenlijk pas sinds 2023 in het huurrecht een vlucht neemt. Het gaat in de richtlijn niet alleen over het wijzigen van de huurprijs, maar ook over boetes, buitengerechtelijke incassokosten, rente en dergelijke. Alle dergelijke bedingen moeten worden getoetst op de (on)redelijkheid. Wordt dus zeker vervolgd in procedures over deze onderwerpen.

Wanneer de Hoge Raad antwoord geeft de prejudiciële vragen is op dit moment niet bekend, maar waarschijnlijk in het najaar 2024.

Vragen over het huur- of vastgoedrecht? Neem contact op met Rogier Visser.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Huurrecht, Opinie, Vastgoedrecht

2 juli 2024

Omdat je verder wilt

Overzicht verhuurvergunning Wet goed verhuurderschap

Inleiding
Verhuurders opgelet. In dit artikel vind je een overzicht van welke gemeentes een verhuurvergunning hebben ingevoerd of zullen invoeren.

 Gemeenten kunnen met een verhuurverordening twee soorten vergunningen invoeren:

  1. algemene verhuurvergunning; een verbod op het ‘zonder verhuurvergunning verhuren van bepaalde categorieën woonruimte’. Deze vergunning is gebiedsgebonden en kan alleen ingevoerd worden in gebieden waar de leefbaarheid onder druk staat.
  2. verhuurvergunning arbeidsmigranten; een verbod op het zonder verhuurvergunning verhuren van verblijfsruimten aan arbeidsmigranten. Deze vergunning is niet gebiedsgebonden.

Overzicht
Momenteel geldt in zeven gemeenten een verhuurverordening:

  • Gemeente Aalten
    • Toelichting: niet gebleken is dat een vergunningstelsel nodig en evenredig is; Momenteel geen verplichting.
    • Inwerkingtreding verordening: dag na bekendmaking gemeenteblad: 17 juni 2024.
  • Gemeente Heerlen
    • Verhuurvergunning verplicht in de CBS-buurten: BU09172004 Vrieheide, en BU09172001 Uterweg;
    • Inwerkingtreding: 8e dag na bekendmaking gemeenteblad: 14 maart 2024.
  • Gemeente Oude IJsselstreek
    • Nog geen buurten in opgenomen;
    • Inwerkingtreding: dag na bekendmaking gemeenteblad: 15 maart 2024.
  • Gemeente Leiden
    • Verhuurvergunning verplicht in de buurten als aangeduid op kaart bij bijlage;
    • Inwerkingtreding: 1 januari 2024.
  • Gemeente Den Haag
    • Verhuurvergunning verplicht bij alle zelfstandige en onzelfstandige woonruimten gelegen in het bij bijlage aangegeven deel van Den Haag;
      • Transvaalkwartier Midden; en
      • Transvaalkwartier Zuid; en
      • Laakkwartier Oost; en
      • Laakkwartier West.
    • Inwerkingtreding: 1 september 2023.
  • Gemeente Rotterdam
    • Verhuurvergunning verplicht bij alle zelfstandige woningen gelegen in de wijk Carnisse door het Centraal Bureau voor de Statistiek aangeduid als buurt 1572;
    • Inwerkingtreding: 1 juli 2023.
  • Gemeente Valkenburg aan de Geul
    • Verhuurvergunning o.a. bij (gedeeltes van) een woning;
    • Inwerkingtreding: 1 juli 2024.

De vergunningsplicht geldt in:

  • Rotterdam sinds 1 januari 2024
    • In de wijk Carnisse.
  • Den Haag sinds 1 maart 2024
    • Transvaalkwartier Midden;
    • Transvaalkwartier Zuid;
    • Laakkwartier Oost; en
    • Laakkwartier West;
  • Leiden sinds 1 juli 2024
    • in:

Deze zal gaan gelden in:

  • Heerlen vanaf 22 september 2024
    • Vrieheide; en
    • Uterweg
  • Oude IJsselstreek vanaf 23 september 2024
    • Nog geen gebieden opgenomen.
  • Aalten vanaf 18 december 2024
    • Toelichting: op dit moment niet nodig om buurten aan te wijzen.
  • Valkenburg aan de Geul vanaf 1 januari 2025
    • a. hotels, pensions en ander horeca-vastgoed;
    • b. agrarische bedrijfsgebouwen;
    • c. (gedeeltes van) een woning;
    • d. elke andere vorm van gebouwen, niet zijnde woningen;

Gemeenten die voornemens zijn een vergunningplicht in te voeren:

  • Arnhem (gefaseerd naar algemene verhuurvergunning)

 

Dit overzicht zullen wij actualiseren. Lees hier meer achtergrondinformatie over de Wet goed verhuurderschap.

Vragen over wat de gevolgen voor verhuur zijn en wat je kunt doen om bestuurlijke handhaving te voorkomen? Neem contact met ons op. Werner Altenaar, Louise Strating

 

 

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Bestuursrecht, Huurrecht, Opinie

2 april 2024

Omdat je verder wilt

Verruiming sluitingsbevoegdheden burgemeester bij aanslag woning en ontbindingsmogelijkheden verhuurder

Inleiding
Sinds de wetswijziging van 1 januari 2024 heeft de burgemeester meer bevoegdheden gekregen om woningen te sluiten bij aanslagen op een woning op grond van de zogeheten Wet Victoria. De aanleiding hiervoor zijn de incidenten die bij woningen plaatsvinden. Deze verruimde bevoegdheid is succesvol toegepast volgens twee recente uitspraken van de voorzieningenrechter[1]. Wanneer een burgemeester een huurwoning sluit, heeft de verhuurder de mogelijkheid om de huurovereenkomst te ontbinden. In dit artikel lees je meer over de betekenis van de verruiming van de sluitingsbevoegdheid voor de praktijk.

Verruiming sluitingsbevoegdheden burgemeester
Vóór 1 januari 2024 kende het oude artikel 174a Gemeentewet een beperkt toepassingsbereik. De burgemeester moest aantonen dat sprake was van gedragingen vanuit de woning, langdurig overlast en/of de veiligheid en de gezondheid van mensen in ernstige mate werd bedreigd.

In de praktijk lukte het de burgemeester vaak niet om deze strikte bevoegdheidstoets te doorstaan. Maar, dankzij de verruiming kan een burgemeester nu ook een woning sluiten als sprake is van ernstige verstoring van de openbare orde rondom de woning door geweld of dreiging daarmee of als er een wapen wordt gevonden in de woning.

Recente rechtspraak
In recente uitspraken hebben de burgemeesters van Alkmaar en Stichtse Vecht met succes gebruikgemaakt van de verruimde bevoegdheid om woningen te sluiten. De burgemeester van Alkmaar had in een woning gesloten. Uit bestuurlijke rapportages bleek dat zwaar vuurwerk met brandbaar materiaal vanaf de straat naar de desbetreffende woning werd gegooid. Volgens de voorzieningenrechter mocht de burgemeester aannemen dat daarmee de openbare orde rond de woning ernstig was verstoord of de ernstige vrees bestond voor het ontstaan van een ernstige verstoring. In het geval van de burgemeester van Stichtse Vecht bleek uit een bestuurlijke rapportage dat na een eerdere explosie voor de deur van de woning, nog steeds sprake was van dreiging richting de woning. Volgens de politie kon daarom niet uitgesloten worden dat er opnieuw ernstige verstoringen van de openbare orde zouden plaatsvinden.

Al met al, volgt uit de uitspraken dat het belangrijk is dat de ernstige verstoring (of de vrees daarvoor) door de burgemeester wordt onderbouwd aan de hand van bestuurlijke rapportages.

Ontbindingsmogelijkheden verhuurder
Een gevolg van de verruimde sluitingsbevoegdheid van de burgemeester is dat de verhuurder de huurovereenkomst vanaf 1 januari 2024 ook buitengerechtelijk mag ontbinden bij:

  • gedragingen in de onmiddellijke nabijheid van het gehuurde,
  • indien er een ernstige vrees voor het ontstaan van een verstoring in de openbare orde is, en/of
  • voorbereidingshandelingen.

In de praktijk zullen verhuurders dus sneller en in meerdere situaties de mogelijkheid tot buitengerechtelijke ontbinding krijgen. Huurders zullen daarom sneller geconfronteerd kunnen worden met buitengerechtelijke ontbinding, ook wanneer zij niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor een woningincident.

Conclusie en gevolgen praktijk
Vanwege de toename van het aantal incidenten in of bij woningen, zal de burgemeester de verruimde bevoegdheid vaker (succesvol) toepassen om woningen te sluiten. Uit de rechtspraak volgt dat dit met succes kan worden gedaan en (de vrees voor) ernstige verstoring van de openbare orde kan worden onderbouwd aan de hand van bestuurlijke rapportages. Als gevolg zullen verhuurders ook vaker de mogelijkheid krijgen om de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden.

Vragen over de sluiting van een pand of over de mogelijkheden om een huurovereenkomst te ontbinden? Neem contact op met Werner Altenaar of Louise Strating.

[1] Rechtbank Noord-Holland op 13 februari 2024 en de rechtbank Midden-Nederland op 7 februari 2024

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Bestuursrecht, Huurrecht, Opinie

12 januari 2024

Omdat je verder wilt

CertAlert: Beleidsregel bestuurlijke boetes Goed Verhuurderschap

De Wet goed verhuurderschap normeert het gedrag van verhuurders en verhuurbemiddelaars en bevat regels over de toezicht en handhaving daarvan. Wij schreven daar eerder een artikel over (zie https://certa.nl/geen-goede-verhuurder-voorkom-dat-de-gemeente-handhaaft/). De gemeente Amsterdam kent (nog) geen verhuurvergunning , maar heeft wel bij besluit van 21 november 2023 een beleidsregel vastgesteld voor overtredingen van artikel 2 Wet goed verhuurderschap.

Verplichtingen
In artikel 2 Wet goed verhuurderschap is bepaald dat een verhuurder zich aan de regels van goed verhuurderschap moet houden en wat daaronder wordt verstaan. De verplichtingen zijn kort gezegd:

  • Het zich onthouden van iedere vorm van ongerechtvaardigd onderscheid;
  • Het zich onthouden van iedere vorm van intimidatie;
  • Het zich onthouden van het in rekening brengen van een waarborgsom die hoger is dan wettelijk is bepaald;
  • Het schriftelijk vastleggen van de huurovereenkomst;
  • Het schriftelijk verstrekken van informatie aan de huurder;
  • Het zich onthouden van het in rekening brengen van servicekosten anders dan in overeenstemming met de wet.

Boetenormbedragen
In de beleidsregel is bepaald welke boetenormbedragen de burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam hanteren bij overtredingen van artikel 2 Wet goed verhuurderschap. Daarnaast bepaalt de beleidsregel hoe de mate van verwijtbaarheid een rol speelt bij de berekening van de boete. Bij het bepalen van de mate van verwijtbaarheid kunnen bijvoorbeeld eerdere overtredingen, behaald voordeel met de overtreding of de duur van de overtreding een rol spelen. Bij opzet is 200% van het boetenormbedrag van toepassing, bij ernstige nalatigheid of grove schuld 150% en bij verminderde verwijtbaarheid 50%.

Financiële draagkracht
Verder bevat de beleidsregel een bepaling over de gevolgen bij een geringe financiële draagkracht van de overtreder. Kort gezegd kunnen de burgemeester en wethouders de boete verlagen indien de overtreder aannemelijk maakt dat de volledige boete voor hem onevenredige gevolgen heeft gezien zijn financiële draagkracht.

Inwerkingtreding
De beleidsregel is op 11 januari 2024 in werking getreden.

Vragen over de Wet goed verhuurderschap of over de beleidsregel van de gemeente Amsterdam of een andere gemeente? Neem contact op met Werner Altenaar of Louise Strating.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Bestuursrecht, Huurrecht, Opinie

5 januari 2024

Omdat je verder wilt

Huurrecht woonruimte – 2024

Wat kunnen verhuurders en huurder van woonruimten in 2024 verwachten? Er zijn verschillende wetsvoorstellen voorbijgekomen, maar wat is nu de status? CERTA zet het hieronder voor je op een rijtje. Het gaat over de volgende wetten/wetsvoorstellen:

1. Wet bescherming weeskinderen;
2. Wet verruiming sluitingsbevoegdheden burgemeester en ontbindingsmogelijkheden;
3. Verlenging Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurcontracten;
4. Wet goed verhuurderschap;
5. Wet vaste huurcontracten;
6. Wet betaalbare huur.

1. Wet huurbescherming weeskinderen (1 januari 2024)
Met de Wet huurbescherming weeskinderen worden woningcorporaties verplicht om een weeskind   tussen twee weken en één maand na het overlijden van de ouder per aangetekende brief te informeren over de toekomstige woonsituatie. Vervolgens wordt het huurcontract van de overleden ouder door het kind (tussen de 16 en 28 jaar die hoofdverblijf heeft in de woning) voortgezet totdat het (oudste) kind de leeftijd van 28 jaar heeft bereikt.

De huur wordt voor weeskinderen tussen de 16 en 23 jaar verlaagd naar de huurtoeslaggrens. Voor weeskinderen tussen de 23 en 28 jaar voorziet het voorstel in een tijdelijke huurverlaging, indien de jongere wat draagkracht betreft in aanmerking komt voor huurtoeslag. De woningcorporatie kan de huurovereenkomst vanaf het 28e levensjaar van het weeskind opzeggen, indien blijkt dat het weeskind een vervangende passende huurwoning kan krijgen. Deze wet is op 1 januari 2024 in werking getreden.

2. Wet verruiming sluitingsbevoegdheden burgemeester en ontbindingsmogelijkheden (1 januari 2024)
Per 1 januari 2024 zijn de mogelijkheden voor de verhuurder om de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden bij een sluiting verruimd. CERTA heeft hier een artikel over geschreven: https://certa.nl/verruiming-sluitingsbevoegdheden-burgemeester-en-ontbindingsmogelijkheden-verhuurder/. De verhuurder mag de huurovereenkomst vanaf 1 januari 2024 ook buitengerechtelijk ontbinden bij (i) gedragingen in de onmiddellijke nabijheid van het gehuurde, (ii) indien er een ernstige vrees voor het ontstaan van een verstoring in de openbare orde is en/of (iii) voorbereidingshandelingen. Ook de burgemeester heeft meer bevoegdheden gekregen.

3. Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurcontracten (tot 1 mei 2024; mogelijke verlenging tot 1 mei 2027)
Vanaf 1 mei 2021 zijn de jaarlijkse huurstijgingen voor geliberaliseerde huurovereenkomsten voor een periode van drie jaar gemaximeerd. De maximale verhoging is bedoeld om huurders te beschermen tegen hoge huurstijgingen. De Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurcontracten is tijdelijk en loopt op 1 mei 2024 af. Het voorstel is om de wet te verlengen tot 1 mei 2027, zodat huurders tot die tijd beschermd worden tegen hoge huurprijsstijgingen in het geliberaliseerde segment. Met het wetsvoorstel wordt mogelijk ook de Wet goed verhuurderschap uitgebreid met handhaving op maximale huurprijzen en de jaarlijkse maximale huurprijsstijging.

Voor 2024 volgt uit deze wet in combinatie met de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte dat de huurprijzen voor geliberaliseerde huurovereenkomsten vanaf 1 januari 2024 met maximaal 5,5 % mogen worden verhoogd en vanaf 1 juli 2025 met maximaal 5,8%. Corporaties mogen in 2024 de huurprijzen maximaal met 5,3% laten stijgen.

4. Wet goed verhuurderschap (verplicht informatieverstrekking bestaande huur voor 1 juli 2024)
De Wet goed verhuurderschap is op 1 juli 2023 al in werking getreden. CERTA heeft hier eerder over gepubliceerd (https://certa.nl/geen-goede-verhuurder-voorkom-dat-de-gemeente-handhaaft/). In de Wet goed verhuurderschap staan regels over hoe de verhuurder zich jegens de huurder dient te gedragen. Het doel is om ongewenste verhuurpraktijken tegen te gaan. Het gaat o.a. om de verplichting om bepaalde informatie te verstrekken, de schriftelijke vastlegging van de huurovereenkomst en een maximale betaling van twee maanden aan waarborgsom. Het toezicht wordt uitgevoerd door de burgemeester & wethouders.

Bij nieuwe huurovereenkomsten dient de informatie als genoemd in de wet schriftelijk te worden verstrekt voor het aangaan van de huurovereenkomst. Voor bestaande huurovereenkomsten heeft de verhuurder in beginsel nog tot 1 juli 2024 om de informatie te verstrekken.

5. Wet vaste huurcontracten (planning: 1 juli 2024)
Bij de inwerkingtreding van deze wet zijn tijdelijke huurcontracten voor woonruimten verleden tijd. Er blijft een uitzondering voor bepaalde doelgroepen, maar onbepaalde tijd wordt weer de nieuwe norm. De vermoedelijke inwerkingtreding is op 1 juli 2024. Voor de inhoud van de wet wordt verwezen naar het artikel op de website van CERTA: https://certa.nl/wet-vaste-huurcontracten-terug-naar-huurovereenkomsten-voor-onbepaalde-tijd/

6. Wet betaalbare huur (planning: 1 juli 2024)
Het kabinet wil het middenhuursegment betaalbaar maken. In het voorstel van de wet staat dat het woningwaarderingsstelsel (WWS) ook gaat gelden voor middenhuurwoningen tot 186 punten (wat neerkomt op een huurprijs van circa EUR 1.200,= per maand). De regeling zou ervoor zorgen dat woningen vanuit de vrije sector verschuiven naar het middenhuursegment. De wet moet nog worden behandeld in de Eerste en Tweede Kamer. De Raad van State heeft kritiek op de wet, omdat het onduidelijk is of de Wet betaalbare huur de woningzoekenden zal helpen of niet. Als datum voor de inwerkingtreding wordt 1 juli 2024 genoemd. Of de wet in werking gaat treden, is dus nog niet bekend.

Heb je vragen over wat dit voor jou betekent? Neem contact op met Louise Strating of Lisanne Hennink.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Huurrecht, Opinie

  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Pagina 3
  • Pagina 4
  • Ga naar Volgende pagina »

Amsterdam
Keizersgracht 620
1017 ER Amsterdam

 

Bussum
Brediusweg 20
1401 AG Bussum

 

020 521 6699 | [email protected]

 

KvK: 34342484 | BTW nr: 8208.79.368.B01

Juridische informatie:

Algemene Voorwaarden

Klachtenregeling

Privacyverklaring

Rechtsgebiedenregister

Evaluatieformulier

Snel naar:

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact
  • Zoeken
© 2025 CERTA | Realisatie: Probu

Privacyverklaring & AV koppeling

Privacyverklaring  |  AV

Storing

Wegens technische omstandigheden zijn wij mogelijk minder goed bereikbaar op het algemene telefoonnummer.
Neem daarom vooral rechtstreeks contact op met een van onze medewerkers.
Excuses voor het ongemak.