• Door naar de hoofd inhoud

CERTA

Header Rechts

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Nieuws & Kennis
    • Nieuws & Actualiteiten
    • Certa deelt kennis met Pont
    • Certa expert van ABN AMRO
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact

Bestuursrecht

31 januari 2024

Omdat je verder wilt

CertAlert: Verruiming van de verschoonbare overschrijding van bezwaar- en beroepstermijnen: bestuursrechtzaken vaker inhoudelijk behandeld.

Als je niet binnen de wettelijke termijn bezwaar maakt of beroep instelt tegen een overheidsbesluit, is je bezwaar- of beroepschrift “niet-ontvankelijk”. Dit betekent dat dit niet inhoudelijk wordt behandeld. Maar er kunnen bijzondere omstandigheden zijn waardoor de termijnoverschrijding niet aan jou is toe te rekenen. Er is dan sprake van een zogenoemde verschoonbare termijnoverschrijding. Tot nu toe werd een verschoonbare termijnoverschrijding niet snel aangenomen. Met de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) kunnen bestuursorganen en bestuursrechters per zaak meer maatwerk leveren bij de beoordeling of een termijnoverschrijding verschoonbaar is. Als gevolg van deze minder strikte benadering zal een te laat ingediend bezwaar- of beroepschrift vaker toch inhoudelijk worden behandeld.

Lees hier de hele uitspraak: uitspraak van het CBb van 30 januari 2024, ECLI:NL:CBB:2024:31.

Heb je vragen over bezwaar en beroep? Neem gerust contact op met Werner Altenaar of Roza Morrison.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Bestuursrecht, Opinie

12 januari 2024

Omdat je verder wilt

CertAlert: Beleidsregel bestuurlijke boetes Goed Verhuurderschap

De Wet goed verhuurderschap normeert het gedrag van verhuurders en verhuurbemiddelaars en bevat regels over de toezicht en handhaving daarvan. Wij schreven daar eerder een artikel over (zie https://certa.nl/geen-goede-verhuurder-voorkom-dat-de-gemeente-handhaaft/). De gemeente Amsterdam kent (nog) geen verhuurvergunning , maar heeft wel bij besluit van 21 november 2023 een beleidsregel vastgesteld voor overtredingen van artikel 2 Wet goed verhuurderschap.

Verplichtingen
In artikel 2 Wet goed verhuurderschap is bepaald dat een verhuurder zich aan de regels van goed verhuurderschap moet houden en wat daaronder wordt verstaan. De verplichtingen zijn kort gezegd:

  • Het zich onthouden van iedere vorm van ongerechtvaardigd onderscheid;
  • Het zich onthouden van iedere vorm van intimidatie;
  • Het zich onthouden van het in rekening brengen van een waarborgsom die hoger is dan wettelijk is bepaald;
  • Het schriftelijk vastleggen van de huurovereenkomst;
  • Het schriftelijk verstrekken van informatie aan de huurder;
  • Het zich onthouden van het in rekening brengen van servicekosten anders dan in overeenstemming met de wet.

Boetenormbedragen
In de beleidsregel is bepaald welke boetenormbedragen de burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam hanteren bij overtredingen van artikel 2 Wet goed verhuurderschap. Daarnaast bepaalt de beleidsregel hoe de mate van verwijtbaarheid een rol speelt bij de berekening van de boete. Bij het bepalen van de mate van verwijtbaarheid kunnen bijvoorbeeld eerdere overtredingen, behaald voordeel met de overtreding of de duur van de overtreding een rol spelen. Bij opzet is 200% van het boetenormbedrag van toepassing, bij ernstige nalatigheid of grove schuld 150% en bij verminderde verwijtbaarheid 50%.

Financiële draagkracht
Verder bevat de beleidsregel een bepaling over de gevolgen bij een geringe financiële draagkracht van de overtreder. Kort gezegd kunnen de burgemeester en wethouders de boete verlagen indien de overtreder aannemelijk maakt dat de volledige boete voor hem onevenredige gevolgen heeft gezien zijn financiële draagkracht.

Inwerkingtreding
De beleidsregel is op 11 januari 2024 in werking getreden.

Vragen over de Wet goed verhuurderschap of over de beleidsregel van de gemeente Amsterdam of een andere gemeente? Neem contact op met Werner Altenaar of Louise Strating.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Bestuursrecht, Huurrecht, Opinie

31 oktober 2023

Omdat je verder wilt

Duurt de bestuursrechtelijke procedure te lang? Mogelijk heb je recht op immateriële schadevergoeding

Inleiding
De doorlooptijden van bestuursrechtelijke procedures worden steeds langer als gevolg van de toenemende werkdruk bij bestuursorganen en bestuursrechters. De invoering van de Omgevingswet zal dit verergeren. Naar verwachting zullen termijnoverschrijdingen in bestuursrechtelijke zaken vaker voorkomen. Hieronder lees je meer over de termijnoverschrijding, wanneer je recht hebt op immateriële schadevergoeding en hoe hoog het bedrag is.

Redelijke termijn
In artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: ”EVRM”) staat het recht op een eerlijk proces. Dit betekent dat een juridisch geschil binnen een “redelijke termijn” moet zijn afgehandeld. Volgens vaste rechtspraak geldt dat bestuursrechtelijke geschillen binnen vier jaar moeten zijn afgedaan. De redelijke termijn voor bezwaar en beroep samen is twee jaar en wordt onderverdeeld in zes maanden voor bezwaar en achttien maanden voor beroep in eerste aanleg. De termijn begint op het moment van ontvangst van het bezwaarschrift door het bestuursorgaan. Voor hoger beroep geldt twee jaar. Bij overschrijding van deze termijnen, heb je in principe recht op EUR 500,- aan immateriële schadevergoeding voor ieder half jaar overschrijding. Hierop bestaan uitzonderingen. Het totaal wordt naar boven afgerond.

Omgevingswet
Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet inwerking. De Omgevingswet zal juridische vraagstukken opleveren. Hierover zal dus meer worden geprocedeerd. De Raad van State gaf in april 2023 aan dat de Omgevingswet veel nieuwe procedures met zich zal brengen om de grijze gebieden van de Omgevingswet in te kleuren. Dit betekent dat het toenemende aantal omgevingsrechtelijke geschillen zal leiden tot oplopende werkvoorraden en dus langere doorlooptijden.

Conclusie en gevolgen praktijk
De conclusie is dat bestuursrechtelijke procedures nog langer zullen duren. Het is van belang om de termijnen goed in de gaten te houden. Mogelijk kun je aanspraak maken op immateriële schadevergoeding bij termijnoverschrijding.

Vragen over je recht op of het verzoeken om schadevergoeding in het bestuursrecht? Neem contact met ons op. Certa helpt je verder.

Werner Altenaar
Advocaat-Partner bestuursrecht en omgevingsrecht
Praktijkgroep vastgoed
[email protected]

Roza Morrison
Advocaat
Praktijkgroep vastgoed
[email protected]

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Opinie, Bestuursrecht

15 september 2023

Omdat je verder wilt

CertAlert! Gedoogbeslissingen voor coffeeshophouders kunnen worden aangevochten.

Over het gedogen van coffeeshops heeft één van de hoogste bestuursrechters, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “Afdeling”), een belangrijke uitspraak gedaan. Kort gezegd heeft de Afdeling een nieuwe lijn bepaald voor het instellen van bestuursrechtelijke “rechtsmiddelen” (d.w.z. maken van bezwaar) tegen gedoogbeslissingen. Met andere woorden, het gedogen kan nu worden aangevochten. De nieuwe lijn houdt in dat een gedoogbeslissing (verlenging, weigering en intrekking van een gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs) gelijk wordt gesteld met een besluit. Dit betekent dat het mogelijk is om tegen een gedoogbeslissing bezwaar te maken en vervolgens beroep in te stellen.

Voorheen was het niet mogelijk om tegen een gedoogbeslissing voor coffeeshops bestuursrechtelijke rechtsmiddelen in te stellen. Een coffeeshopexploitant moest eerst een overtreding van de Opiumwet begaan om vervolgens het sanctiebesluit aan te vechten en daarmee een oordeel te krijgen over de gedoogbeslissing. Nu is het mogelijk om direct tegen de gedoogbeslissing bezwaar te maken of beroep in te stellen. Dit geldt ook voor derden-belanghebbenden die het niet eens zijn met een gedoogbeslissing. Zij kunnen direct bezwaar maken of beroep instellen in plaats van vooraf een verzoek om handhaving in te dienen.

Let op, de nieuwe rechtspraak is slechts van toepassing op gedoogbeslissingen voor de verkoop van softdrugs. De nieuwe lijn is niet van toepassing op overige gedoogbeslissingen.

Vragen over (het aanvechten van) een gedoogbeslissing?
Neem contact met ons op. CERTA, omdat je verder wilt.

Werner Altenaar
Advocaat-Partner bestuursrecht en omgevingsrecht
Praktijkgroep vastgoed
[email protected]

Roza Morrison
Advocaat
Praktijkgroep vastgoed
[email protected]

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Opinie, Bestuursrecht

28 augustus 2023

Omdat je verder wilt

Hoe ver strekt de zorgplicht van de gemeente bij het gebruik van rubbergranulaat?

Over het gedogen van coffeeshops heeft één van de hoogste bestuursrechters, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “Afdeling”), een belangrijke uitspraak gedaan. Kort gezegd heeft de Afdeling een nieuwe lijn bepaald voor het instellen van bestuursrechtelijke “rechtsmiddelen” (d.w.z. maken van bezwaar) tegen gedoogbeslissingen. Met andere woorden, het gedogen kan nu worden aangevochten. De nieuwe lijn houdt in dat een gedoogbeslissing (verlenging, weigering en intrekking van een gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs) gelijk wordt gesteld met een besluit. Dit betekent dat het mogelijk is om tegen een gedoogbeslissing bezwaar te maken en vervolgens beroep in te stellen.

Voorheen was het niet mogelijk om tegen een gedoogbeslissing voor coffeeshops bestuursrechtelijke rechtsmiddelen in te stellen. Een coffeeshopexploitant moest eerst een overtreding van de Opiumwet begaan om vervolgens het sanctiebesluit aan te vechten en daarmee een oordeel te krijgen over de gedoogbeslissing. Nu is het mogelijk om direct tegen de gedoogbeslissing bezwaar te maken of beroep in te stellen. Dit geldt ook voor derden-belanghebbenden die het niet eens zijn met een gedoogbeslissing. Zij kunnen direct bezwaar maken of beroep instellen in plaats van vooraf een verzoek om handhaving in te dienen.

Let op, de nieuwe rechtspraak is slechts van toepassing op gedoogbeslissingen voor de verkoop van softdrugs. De nieuwe lijn is niet van toepassing op overige gedoogbeslissingen.

Vragen over (het aanvechten van) een gedoogbeslissing?
Neem contact met ons op. CERTA, omdat je verder wilt.

Inleiding

Gemeenten moeten zorgvuldiger bodemonderzoek doen bij het gebruik van rubbergranulaat. Op 23 augustus 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, één van de hoogste bestuursrechters (hierna: “Afdeling”), vier uitspraken gedaan over het handhavend optreden tegen het gebruik van rubbergranulaat als “infill-materiaal” op kunstgrasvelden. In alle uitspraken hebben de gemeenten niet voldaan aan de zorgplicht bij mogelijke bodemverontreiniging als gevolg van het gebruik van rubbergranulaat. In dit artikel lees je over de grenzen van een bodemonderzoek bij het gebruik van rubbergranulaat in het kader van de zorgplicht van gemeenten en welke gevolgen dit heeft voor de handhavingspraktijk.

Rubbergranulaat en bodemverontreiniging 

Rubbergranulaat zijn kleine rubberen korreltjes gemaakt van gerecyclede autobanden. Veel sportverenigingen gebruiken rubbergranulaat op de kunstgrasvelden. Het gebruik van rubbergranulaat kan de bodem verontreinigen doordat veel korreltjes buiten de velden verspreid raken door bijvoorbeeld weersomstandigheden. De Afdeling oordeelde eerder in een uitspraak in oktober 2022 dat gebruik van rubbergranulaat is toegestaan, maar het gebruik wel onder de zorgplicht van artikel 13 van de Wet bodembescherming (hierna: “Wbb”) valt. Dit betekent dat de eigenaar van de kunstgrasvelden met rubbergranulaat voldoende maatregelen moeten nemen die van hem kunnen worden verwacht om verontreiniging of aantasting van de bodem te voorkomen.

Zorgplicht

In deze zaken ging het om de vraag tot hoe ver de zorgplicht zich strekt. Volgens de Afdeling bestaat de zorgplicht uit een preventieve én een repressieve zorgplicht. De preventieve zorgplicht betekent niet dat gemeenten de rubbergranulaat geheel en permanent moet verwijderen. De gemeenten hadden in deze zaken voldoende maatregelen genomen en overeenkomstig het vastgestelde Zorgplichtdocument van 2020 met de opgenomen aanbevelingen gehandeld. De gemeenten voldeden aan de preventieve zorgplicht. De repressieve zorgplicht houdt in of er ook in dít geval geen sprake is van verontreiniging of aantasting van de bodem. Het doel van de Wbb is namelijk het zo veel mogelijk beperken van of ongedaan maken verontreiniging en aantasting van de bodem. De bodemonderzoeken van de gemeenten beperkten zich echter tot enkel de schadelijkheid van het element zink. Uit verschillende deskundigenberichten waaronder rapporten van het RIVM volgt dat ondanks dat het feit dat zink een goede gidsparameter is, bij rubbergranulaat ook andere schadelijke stoffen aanwezig zijn en de bodem kunnen verontreinigen. Volgens de Afdeling voldeden de gemeenten niet aan hun repressieve zorgplicht en waren de besluiten om het gebruik van rubbergranulaat niet te handhaven onvoldoende onderbouwd door verwijzing naar een bodemonderzoek enkel gericht op de schadelijkheid van zink.

Conclusie en gevolgen voor de praktijk

De conclusie is dat het gebruik van rubbergranulaat is toegestaan, maar gemeenten moeten wel voldoende zorgvuldig bodemonderzoek verrichten. Naast het opvolgen van de aanbevelingen in het Zorgplichtdocument, brengt de zorgplicht ook mee dat gemeenten te allen tijde verontreiniging of aantasting van de bodem zo veel mogelijk moeten beperken of ongedaan maken. In de praktijk mag de gemeente zich niet beperken tot de schadelijkheid van het element zink.

Heb je vragen over de handhaving van het gebruik van rubbergranulaat en kunstgrasvelden? Neem dan contact met ons op. Certa helpt je

Werner Altenaar
Advocaat-Partner bestuursrecht en omgevingsrecht
Praktijkgroep vastgoed
[email protected]

Roza Morrison
Advocaat
Praktijkgroep vastgoed
[email protected]

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Opinie, Bestuursrecht

6 juli 2023

Omdat je verder wilt

Functioneel daderschap als nieuwe koers – geen overtreder meer in veel gevallen!

Inleiding

Op 31 mei 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, één van de hoogste bestuursrechters (hierna: “Afdeling”), uitspraak gedaan in twee zaken en daarmee strengere criteria geïntroduceerd voor het begrip “overtreder” in het bestuursrecht. Door deze nieuwe koers worden mogelijk veel minder (rechts)personen als overtreder aangemerkt. In dit artikel lees je over het verschil tussen de bestuursrechtelijke overtreder en het strafrechtelijke functioneel daderschap, en welke gevolgen dit heeft voor de handhavingspraktijk.

Bestuursrechtelijk vs. strafrechtelijk

De uitspraken van de Afdeling gaan kort gezegd over een opgelegde bestuurlijke boete en een last onder dwangsom. In het bestuursrecht kan een bestuurlijke boete of een herstelsanctie (lees: last onder dwangsom of bestuursdwang) alleen aan een overtreder worden opgelegd. Een overtreder in het bestuursrecht is: “(…) degene die de overtreding pleegt of medepleegt.” Hieruit volgt dat niet alleen degene die de overtreding feitelijk pleegt een overtreder is, maar ook de persoon die verantwoordelijk kan worden gehouden. De gedraging kan dan aan die persoon worden toegerekend en is daarmee ook een overtreder.

Voor dat laatste geval wordt in het strafrecht het begrip “functioneel daderschap” aangehouden. Omdat het bestuursrechtelijke overtredersbegrip dus ruimer dan het functioneel daderschap, wil de Afdeling weer zo veel mogelijk aansluiten bij het strafrechtelijk functioneel daderschap.

Functioneel daderschap criteria

Het functioneel daderschap kent voor zowel natuurlijke als rechtspersonen in ieder geval een tweetal criteria waaraan moet worden voldaan. Ten eerste dient de (rechts)persoon beschikkingsmacht over de handelingen te hebben die de verboden gedraging inhouden. Ten tweede dient de (rechts)persoon de verboden gedragingen te aanvaarden. Een (rechts)persoon aanvaardt de verboden gedraging wanneer hij niet de nodige zorg heeft uitgevoerd ter voorkoming van die gedragingen. Voor een rechtspersoon kunnen nog aanvullende criteria gelden uit het Drijfmest-arrest.

Conclusie en gevolgen voor de praktijk

Het komt erop neer dat een overtreding slechts aan een functioneel dader kan worden toegerekend als deze erover kon “beschikken” of de overtreding plaatsvond en daarnaast de gedraging heeft “aanvaard”. De Afdeling sluit hiermee aan bij het strafrechtelijke begrip functioneel daderschap. Hierdoor zullen niet alle overtreders meer als overtreder kwalificeren.

Vraag je je af of het bestuursorgaan jouw bedrijf mocht aanmerken als overtreder in een bestuurlijke handhavingszaak?  Neem dan contact met ons op. Certa helpt je verder

Werner Altenaar
Advocaat-Partner bestuursrecht en omgevingsrecht
Praktijkgroep vastgoed
[email protected]

Roza Morrison
Paralegal
Praktijkgroep vastgoed
[email protected]

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Opinie, Bestuursrecht

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Pagina 3
  • Pagina 4
  • Pagina 5
  • Pagina 6
  • Ga naar Volgende pagina »

Amsterdam
Keizersgracht 620
1017 ER Amsterdam

 

Bussum
Brediusweg 20
1401 AG Bussum

 

020 521 6699 | [email protected]

 

KvK: 34342484 | BTW nr: 8208.79.368.B01

Juridische informatie:

Algemene Voorwaarden

Klachtenregeling

Privacyverklaring

Rechtsgebiedenregister

Evaluatieformulier

Snel naar:

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Nieuws & Kennis
    • Nieuws & Actualiteiten
    • Certa deelt kennis met Pont
    • Certa expert van ABN AMRO
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact
  • Zoeken
© 2025 CERTA | Realisatie: Probu

Privacyverklaring & AV koppeling

Privacyverklaring  |  AV