• Door naar de hoofd inhoud

CERTA

Header Rechts

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact

Aansprakelijkheid

25 oktober 2024

Omdat je verder wilt

Een wandeling langs het Kelderluik-arrest.

Het café waar het allemaal begon is er niet meer, maar de uitspraak gaat al bijna 50 jaar mee en blijft maatgevend voor (de beoordeling van) gevaarzetting.

Fietsen en wandelen
Het is leuk om langs Lindenbaum/Cohen te fietsen (Fietsend van Lindenbaum/Cohen uit 1919 naar het Afzinkkelder arrest van 12 januari 2024 - CERTA), maar bij een bezoek aan Amsterdam kun je ook langs het Kelderluik-arrest lopen. Dat laatste deed ik (zoals te zien op deze foto waar ik naar de plek wijs waar voorheen café De Munt zat).

Café De Munt
De eerste ‘hoofdrolspeler’ is café De Munt aan Singel 522 in Amsterdam. De andere hoofdrolspelers zijn Mathieu Duchateau, Sjouwerman (zijn voornaam is onbekend) en Coca-Cola. Voor deze laatste bracht Sjouwerman – toepasselijke naam – frisdrank rond en zo ook op 23 februari 1961 bij café De Munt. Omdat het café een soort pijpenlaatje was (wat hierna nog verder aan de orde komt) werden de dranken in de kelder opgeslagen. Sjouwerman moest meerdere keren heen en weer lopen en liet daarom het kelderluik openstaan. Op een gegeven moment wilde Duchateau naar de wc. Uit het arrest kan worden opgemaakt dat hij daar “stipt over het middenpad van het café” naar toe liep. Daar aangekomen viel Duchateau echter in het keldergat en raakte ernstige gewond.

Schade
Duchateau leed schade door zijn letsel. Omdat hij geen contractuele relatie had met Sjouwerman en diens werkgever Coca-Cola, moest hij zijn schadevergoedingsvordering baseren op onrechtmatig handelen of nalaten. De rechtbank oordeelde kort gezegd dat de schade aan Duchateau zelf te wijten was; hij had beter moeten opletten. Het gerechtshof en de Hoge Raad dachten daar anders over. Zij vinden dat er sprake is van onrechtmatige gevaarzetting. De criteria die daarbij werden gebruikt, zijn tot en met vandaag relevant voor het beoordelen of iemand een situatie in het leven roept die tot aansprakelijkheid leidt.

Criteria
De criteria zijn door de Hoge Raad wat formeler opgeschreven, maar komen neer op:

  1. Hoe waarschijnlijk is het dat de gevaarlijke situatie niet wordt opgemerkt. Of anders gezegd: hoe waarschijnlijk is het dat de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid niet in acht wordt genomen?
  2. Hoe groot is de kans dat als het gevaar inderdaad niet wordt opgemerkt, het daadwerkelijk misgaat. Anders gezegd: hoe groot is de kans op ongevallen?
  3. Hoe ernstig zijn de gevolgen? In dit geval dus hoe erg kan het letsel zijn als gevolg van de val in de kelder?
  4. Tot slot: Hoeveel moeite kost het om veiligheidsmaatregelen te treffen. Anders gezegd: is het bezwaarlijk om het luik steeds te sluiten of er bijvoorbeeld lege kratten voor te zetten?

Deze vier criteria vormen samen het leerstuk van gevaarzetting.

Uitkomst
Omdat het kelderluik zich aan het einde van het pijpenlaatje bevond (in een donker halletje vlak bij de wc’s) en Sjouwerman er rekening mee had moeten houden dat de gemiddelde cafébezoeker op weg naar de wc niet erg zal opletten en voorzichtig is (criterium 1), bij het openzetten van het luik doorgaans stoelen werden gebruikt om het keldergat te barricaderen, maar deze keer alleen een paar lege kratten naast (en niet er voor) het luik zijn gezet (criterium 4) en, zonder dat de rechter dat met zoveel woorden zegt, zich eenvoudig laat voorstellen dat de kans op ongevallen groot is (criterium 2) en het letsel ernstig (criterium 3), is de uitkomst dat Coca-Cola als werkgever van Sjouwerman 50% van de schade van Duchateau moest vergoeden. De andere 50% moest Duchateau zelf dragen vanwege eigen schuld. Dit is allemaal terug te lezen in ECLI:NL:HR:1965:AB7079, voorheen LJN AB7079, Hoge Raad, 9885

Scheepvaart en details
Het begon aan het Singel 522. Dat is een plek die onlosmakelijk verbonden is aan Amsterdam als een van de grootste handelssteden in de geschiedenis (https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Amsterdam) en de daarmee verbonden scheepvaart. Interessant is daarom om te vermelden dat de zogenoemde kelderluikcriteria misschien ontleend zijn aan een ‘scheepvaartzaak’ uit 1947. Daarin werd overwogen: “Since there are occasions when every vessel will break from her moorings, and since, if she does, she becomes a menace to those about her; the owner’s duty, as in other similar situations, to provide against resulting injuries is a function of three variables: (1) The probability that she will break away; (2) the gravity of the resulting injury, if she does; (3) the burden of adequate precautions.”. Dit zijn onmiskenbaar de kelderluikcriteria, maar dan toegepast op een schip. De rechter formuleert voor de aansprakelijkheid een mooie formule: “Possibly it serves to bring this notion into relief to state it in algebraic terms: if the probability be called P; the injury, L; and the burden, B; liability depends upon whether B is less than L multiplied by P: i.e., whether B < PL.” Interessant is tot slot dat uit onderzoek naar de feiten van het kelderluik-arrest bleek dat Duchateau misschien al had gedronken voordat hij in het café aankwam. Zijn mogelijke benevelde toestand (wat van belang is voor zijn de oplettendheid en voorzichtigheid) kon echter geen rol spelen, omdat de stelling dat hij precies over het middenpad van het café liep onbetwist was gelaten. Dat maakte een discussie over eventuele dronkenschap moeilijker en toont aan hoe belangrijk details kunnen zijn.

Voor vragen over aansprakelijkheidsrecht? Neem contact met ons op.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Aansprakelijkheid, Opinie, Vastgoedrecht

16 september 2022

Omdat je verder wilt

Relatie en Tucht

Een relatiebeding is vaak een onderdeel van een arbeidsovereenkomst. Een relatiebeding is de afspraak tussen werkgever en werknemer die de werknemer verbiedt om na het einde van de arbeidsovereenkomst werkzaam te blijven voor klanten of relaties van de (oud-)werkgever. Met het beding beoogt de werkgever te voorkomen dat hij klanten of relaties kwijtraakt.

Het advocatentuchtrecht beoogt kort gezegd het behoorlijk handelen van ‘de advocaat’ te waarborgen. De kwaliteit van de beroepsgroep wordt met het tuchtrecht bewaakt en daarmee een goede rechtsbedeling. Maar hoe zit het als een advocatenkantoor (als werkgever) het niet goed vindt dat een advocaat die van kantoor wisselt op grond van het relatiebeding zijn cliënt verder wil bijstaan? Kan dat tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn?

Uitspraak

Uit een recente uitspraak van de tuchtrechter (ECLI:NL:TADRSHE:2022:109) blijkt dat die opstelling de bestuurders van het advocatenkantoor een tuchtrechtelijk verwijt oplevert. Het relatiebeding is daarmee niet van de baan, maar deze uitspraak zou er best toe kunnen leiden dat advocatenkantoren hun advocaten niet altijd aan het beding zullen houden. Wat zei de tuchtrechter?

Norm

Artikel 46 van de Advocatenwet is niet heel hedendaags geformuleerd (en in de loop van de jaren steeds langer is geworden), maar aan de andere kant nog goed te lezen. Het artikel bepaalt onder meer dat advocaten aan tuchtrechtspraak zijn onderworpen voor hun handelen of nalaten in strijd met de zorg die zij als advocaat behoren te betrachten, voor inbreuk op het bepaalde bij of krachtens de Advocatenwet en de verordeningen van de Nederlandse orde en handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt.

De tuchtrechter stelt in de uitspraak voorop dat het een advocatenwerkgever in beginsel vrijstaat om met de werknemer een relatiebeding af te spreken en de advocaat daar aan te houden. Er kunnen echter omstandigheden van het geval zijn dat het houden van de advocaat aan het beding het vertrouwen in de advocatuur ondermijnt, zodat de advocatenwerkgever zich niet heeft gedragen zoals het een behoorlijk advocaat betaamt. In deze zaak was de tuchtrechter van oordeel dat daarvan sprake was en werd een waarschuwing opgelegd.

Specifieke omstandigheden

In de tuchtzaak ging het over advocatenbijstand in een arbeidszaak. Begin 2019 heeft de klager het advocatenkantoor benaderd. De zaak werd behandeld door de advocaat die later van kantoor zou wisselen, maar dat was toen nog niet bekend. Door de advocaat en de klager is intensief overlegd. Er zijn door de advocaat ook uitgebreide processtukken opgesteld, waar uiteindelijk ruim € 20.000,00 aan facturen tegenover stond. Tijdens al deze werkzaamheden is een vertrouwensband ontstaan. De klager ging er steeds vanuit dat zijn advocaat hem tot het einde van de arbeidszaak zou bijstaan. De zaak was ook al in een vergevorderd stadium. Maar dan komt er een kink in de kabel; de advocaat heeft in mei 2019 zijn arbeidsovereenkomst opgezegd. In juli wordt de cliënt geïnformeerd, maar over het relatiebeding wordt niet direct iets gezegd. Als dat duidelijk wordt, vraagt de klager het advocatenkantoor herhaaldelijk om goedvinden dat de advocaat de zaak blijft behandelen, maar dat is tevergeefs. Ook een voorstel van klager om daarvoor een vergoeding van € 1.000,00 tegenover te stellen, gaat het kantoor niet op in.

Bij deze specifieke omstandigheden was het beroep van het kantoor op het relatiebeding met de advocaat jegens klager volgens de tuchtrechter een gedraging die een behoorlijk advocaat niet betaamt en door desondanks zo te handelen heeft verweerder het vertrouwen in de advocatuur ondermijnd. Er wordt een maatregel opgelegd. Deze uitspraak bevestigt dat een relatiebeding is toegestaan, maar niet absoluut is. Derden, in dit geval de klager, hebben ook belangen waar rekening mee moet worden gehouden. Vanuit het arbeidsrecht had de advocaat om vernietiging danwel matiging van het relatiebeding kunnen vragen, waarbij de uitspraak van de tuchtrechter zeker een rol zou hebben kunnen spelen.

Voor vragen kunt u vrijblijvend contact opnemen met Barbara Veldmaat en/of Rogier Visser.
CERTA, omdat je verder wilt.

Barbara Veldmaat Rogier Visser
Advocaat arbeidsrecht Advocaat aansprakelijkheid- en vastgoedrecht
[email protected] [email protected]
Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Arbeidsrecht, Aansprakelijkheid, Opinie

4 juli 2022

Omdat je verder wilt

Kritiek op arrest over schadevergoeding – Voordeelstoerekening?

Wanprestatie is de dagelijkse term voor het tekortschieten in de nakoming van een verbintenis. De wanprestatie kan betrekking hebben op alle overeenkomsten die partijen met elkaar aangaan, bijvoorbeeld het niet nakomen van (ver)huurdersverplichtingen, het niet leveren van een gekochte zaak of het onzorgvuldig uitvoeren van een opdracht.

Schadevergoeding
Als gevolg van wanprestatie kan er aanspraak op schadevergoeding ontstaan. Dat kan ‘rechtstreeks’ op grond van art. 6:74 BW of als onderdeel van (gedeeltelijke) ontbinding van de overeenkomst. De omvang van de schadevergoeding kan worden bepaald door de hypothetische situatie waarin de wederpartij zou hebben verkeerd bij een in alle opzichten onberispelijke nakoming te vergelijken met de feitelijke situatie waarin de wederpartij met de wanprestatie of de ontbinding van de overeenkomst verkeert.

Zaak Vos/TSN
In de zaak tussen Vos Logistics (“Vos”) en Trailer Service Nederland (“TSN”) gaat het over een overeenkomst van vijf jaar voor het repareren en onderhouden van opleggers van Vos door TSN. Vos heeft die overeenkomst na twee jaar opgezegd of proberen te ontbinden; deze beëindiging was niet gerechtvaardigd, zodat zij het beoogde rechtsgevolg miste. TSN heeft vervolgens – omdat Vos niet nakwam – op haar beurt de overeenkomst gedeeltelijk ontbonden en schadevergoeding gevorderd voor een bedrag van EUR 578.813,91.

De schadevergoeding is door de rechtbank toegewezen. Vos heeft aangevoerd dat TSN nieuwe opdrachten van andere partijen heeft gekregen. Door het wegvallen van de opdracht van Vos was er ruimte om die opdrachten aan te nemen. Met andere woorden: is er wel sprake van ruim een half miljoen schade aan de kant van TSN? Hierover wordt het oordeel van het gerechtshof gevraagd.

Gerechtshof
De beslissing van het gerechtshof komt er samengevat op neer:

  1. In situaties als de onderhavige moet de schade worden berekend door een gevalsvergelijking van de hiervoor genoemde hypothetische situatie en de feitelijke situatie. Het verschil is de schade.
  2. Bij deze berekening moet worden geabstraheerd van de vraag of TSN na het wegvallen van de overeenkomst inkomsten heeft gehad die ten minste even hoog zijn als de weggevallen inkomsten door de onterechte opzegging en ontbinding door Vos.
  3. Het wegkijken (“abstraheren”) van de vraag of er andere inkomsten zijn gegenereerd vloeit voort uit artikel 6:100 BW. Dat is het leerstuk van voordeelstoerekening. De weggevallen inkomsten zijn schade. Wat daarvoor in de plaats komt is een voordeel. Dat voordeel is niet het gevolg van de wanprestatie van Vos, maar van de daarop gerichte werkzaamheden van TSN, zodat het niet voor verrekening in aanmerking komt.

Hoge Raad
De zaak wordt aan de Hoge Raad voorgelegd. De Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2009:BI3402) overweegt ten eerste dat de schade moet worden begroot op de per de datum van de ontbinding te verwachten winst van TSN in geval van correcte nakoming door Vos voor de resterende looptijd van het contract. Ten tweede dient bij deze schadebegroting te worden geabstraheerd van het antwoord op de vragen of en zo ja, in hoeverre TSN na wegvallen van het contract met Vos erin is geslaagd omzet te genereren, of zij die omzet geheel of ten dele ook zou hebben gehad als het contract met Vos niet zou zijn ontbonden en of die omzet gepaard ging met hogere marges dan de omzet die met het contract van Vos zou zijn gemoeid.

Bezwaar
De uitspraak van de Hoge Raad krijgt kritiek omdat Vos op deze manier misschien wel meer schade vergoed krijgt dan zij lijdt. Moet er niet met het gestelde voordeel rekening worden gehouden? Daarvoor pleit dat TSN anders de eenvoudige keuze zou hebben tussen twee prachtige mogelijkheden: jarenlang duimendraaien op kosten van Vos die de schade toch moet vergoeden ofwel nieuwe orders zoeken en dan jarenlang dubbel winst incasseren (zie noot Hijma in NJ).

Met de uitspraak van de Hoge Raad wordt niet rechtsreeks aan het bezwaar tegemoetgekomen, maar wel indirect. Uit de beslissing van de Hoge Raad volgt namelijk dat winst voor TSN ná de ontbinding niet van invloed is op de omvang van de door TSN als gevolg van de ontbinding geleden schade, maar de winst wel van belang wordt bij een beroep op voordeelstoerekening. Daarvoor geldt dan wel dat op de partij die zich op voordeelstoerekening beroept in beginsel de stelplicht en de bewijslast rust dat de gebeurtenis waarop haar schadeplichtigheid is gebaseerd voor de benadeelde naast schade tevens voordeel heeft opgeleverd. Vos heeft daarvoor echter niet voldoende gesteld. In dit geval geen voordeelstoerekening dus.

Heb je vragen over aansprakelijkheid, schadevergoeding of procesrecht? Neem vrijblijvend contact op met Rogier Visser. CERTA, omdat je verder wilt!

Rogier Visser
Advocaat aansprakelijkheids- en vastgoedrecht
Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Schadevergoeding, Aansprakelijkheid, Opinie

Amsterdam
Keizersgracht 620
1017 ER Amsterdam

 

Bussum
Brediusweg 20
1401 AG Bussum

 

020 521 6699 | [email protected]

 

KvK: 34342484 | BTW nr: 8208.79.368.B01

Juridische informatie:

Algemene Voorwaarden

Klachtenregeling

Privacyverklaring

Rechtsgebiedenregister

Evaluatieformulier

Snel naar:

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact
  • Zoeken
© 2025 CERTA | Realisatie: Probu

Privacyverklaring & AV koppeling

Privacyverklaring  |  AV

Storing

Wegens technische omstandigheden zijn wij mogelijk minder goed bereikbaar op het algemene telefoonnummer.
Neem daarom vooral rechtstreeks contact op met een van onze medewerkers.
Excuses voor het ongemak.