• Door naar de hoofd inhoud

CERTA

Header Rechts

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact
Werner AltenaarRoza Morrison


Omdat je verder wilt

Hoe ver strekt de zorgplicht van de gemeente bij het gebruik van rubbergranulaat?

Over het gedogen van coffeeshops heeft één van de hoogste bestuursrechters, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “Afdeling”), een belangrijke uitspraak gedaan. Kort gezegd heeft de Afdeling een nieuwe lijn bepaald voor het instellen van bestuursrechtelijke “rechtsmiddelen” (d.w.z. maken van bezwaar) tegen gedoogbeslissingen. Met andere woorden, het gedogen kan nu worden aangevochten. De nieuwe lijn houdt in dat een gedoogbeslissing (verlenging, weigering en intrekking van een gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs) gelijk wordt gesteld met een besluit. Dit betekent dat het mogelijk is om tegen een gedoogbeslissing bezwaar te maken en vervolgens beroep in te stellen.

Voorheen was het niet mogelijk om tegen een gedoogbeslissing voor coffeeshops bestuursrechtelijke rechtsmiddelen in te stellen. Een coffeeshopexploitant moest eerst een overtreding van de Opiumwet begaan om vervolgens het sanctiebesluit aan te vechten en daarmee een oordeel te krijgen over de gedoogbeslissing. Nu is het mogelijk om direct tegen de gedoogbeslissing bezwaar te maken of beroep in te stellen. Dit geldt ook voor derden-belanghebbenden die het niet eens zijn met een gedoogbeslissing. Zij kunnen direct bezwaar maken of beroep instellen in plaats van vooraf een verzoek om handhaving in te dienen.

Let op, de nieuwe rechtspraak is slechts van toepassing op gedoogbeslissingen voor de verkoop van softdrugs. De nieuwe lijn is niet van toepassing op overige gedoogbeslissingen.

Vragen over (het aanvechten van) een gedoogbeslissing?
Neem contact met ons op. CERTA, omdat je verder wilt.

Inleiding

Gemeenten moeten zorgvuldiger bodemonderzoek doen bij het gebruik van rubbergranulaat. Op 23 augustus 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, één van de hoogste bestuursrechters (hierna: “Afdeling”), vier uitspraken gedaan over het handhavend optreden tegen het gebruik van rubbergranulaat als “infill-materiaal” op kunstgrasvelden. In alle uitspraken hebben de gemeenten niet voldaan aan de zorgplicht bij mogelijke bodemverontreiniging als gevolg van het gebruik van rubbergranulaat. In dit artikel lees je over de grenzen van een bodemonderzoek bij het gebruik van rubbergranulaat in het kader van de zorgplicht van gemeenten en welke gevolgen dit heeft voor de handhavingspraktijk.

Rubbergranulaat en bodemverontreiniging 

Rubbergranulaat zijn kleine rubberen korreltjes gemaakt van gerecyclede autobanden. Veel sportverenigingen gebruiken rubbergranulaat op de kunstgrasvelden. Het gebruik van rubbergranulaat kan de bodem verontreinigen doordat veel korreltjes buiten de velden verspreid raken door bijvoorbeeld weersomstandigheden. De Afdeling oordeelde eerder in een uitspraak in oktober 2022 dat gebruik van rubbergranulaat is toegestaan, maar het gebruik wel onder de zorgplicht van artikel 13 van de Wet bodembescherming (hierna: “Wbb”) valt. Dit betekent dat de eigenaar van de kunstgrasvelden met rubbergranulaat voldoende maatregelen moeten nemen die van hem kunnen worden verwacht om verontreiniging of aantasting van de bodem te voorkomen.

Zorgplicht

In deze zaken ging het om de vraag tot hoe ver de zorgplicht zich strekt. Volgens de Afdeling bestaat de zorgplicht uit een preventieve én een repressieve zorgplicht. De preventieve zorgplicht betekent niet dat gemeenten de rubbergranulaat geheel en permanent moet verwijderen. De gemeenten hadden in deze zaken voldoende maatregelen genomen en overeenkomstig het vastgestelde Zorgplichtdocument van 2020 met de opgenomen aanbevelingen gehandeld. De gemeenten voldeden aan de preventieve zorgplicht. De repressieve zorgplicht houdt in of er ook in dít geval geen sprake is van verontreiniging of aantasting van de bodem. Het doel van de Wbb is namelijk het zo veel mogelijk beperken van of ongedaan maken verontreiniging en aantasting van de bodem. De bodemonderzoeken van de gemeenten beperkten zich echter tot enkel de schadelijkheid van het element zink. Uit verschillende deskundigenberichten waaronder rapporten van het RIVM volgt dat ondanks dat het feit dat zink een goede gidsparameter is, bij rubbergranulaat ook andere schadelijke stoffen aanwezig zijn en de bodem kunnen verontreinigen. Volgens de Afdeling voldeden de gemeenten niet aan hun repressieve zorgplicht en waren de besluiten om het gebruik van rubbergranulaat niet te handhaven onvoldoende onderbouwd door verwijzing naar een bodemonderzoek enkel gericht op de schadelijkheid van zink.

Conclusie en gevolgen voor de praktijk

De conclusie is dat het gebruik van rubbergranulaat is toegestaan, maar gemeenten moeten wel voldoende zorgvuldig bodemonderzoek verrichten. Naast het opvolgen van de aanbevelingen in het Zorgplichtdocument, brengt de zorgplicht ook mee dat gemeenten te allen tijde verontreiniging of aantasting van de bodem zo veel mogelijk moeten beperken of ongedaan maken. In de praktijk mag de gemeente zich niet beperken tot de schadelijkheid van het element zink.

Heb je vragen over de handhaving van het gebruik van rubbergranulaat en kunstgrasvelden? Neem dan contact met ons op. Certa helpt je

Werner Altenaar
Advocaat-Partner bestuursrecht en omgevingsrecht
Praktijkgroep vastgoed
[email protected]

Roza Morrison
Advocaat
Praktijkgroep vastgoed
[email protected]

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Opinie, Bestuursrecht

← zie vorige artikel
zie volgende artikel →

Amsterdam
Keizersgracht 620
1017 ER Amsterdam

 

Bussum
Brediusweg 20
1401 AG Bussum

 

020 521 6699 | [email protected]

 

KvK: 34342484 | BTW nr: 8208.79.368.B01

Juridische informatie:

Algemene Voorwaarden

Klachtenregeling

Privacyverklaring

Rechtsgebiedenregister

Evaluatieformulier

Snel naar:

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact
  • Zoeken
© 2025 CERTA | Realisatie: Probu

Privacyverklaring & AV koppeling

Privacyverklaring  |  AV

Storing

Wegens technische omstandigheden zijn wij mogelijk minder goed bereikbaar op het algemene telefoonnummer.
Neem daarom vooral rechtstreeks contact op met een van onze medewerkers.
Excuses voor het ongemak.