• Door naar de hoofd inhoud

CERTA

Header Rechts

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact

Insolventie

18 maart 2021

Omdat je verder wilt

De verzekeringsovereenkomst is verlengd, of toch niet? Opletten voor verzekerden en begunstigden van pensioenfonds Zorg en Welzijn.

Verzekering

De directe aanleiding is het maximeren van het pensioengevend salaris. Deelnemers die te maken kregen met een achteruitgang in het partnerpensioen werd door een pensioenfonds de mogelijkheid geboden om een aanvullende verzekering af te sluiten. Deze verzekering betreft de ‘Regeling netto partnerpensioen’. Toen puntje bij paaltje kwam, weigerde het pensioenfonds het aanvullend partnerpensioen uit te keren.

Wat gebeurde er

Ten behoeve van de cliënt van CERTA is een verzekering afgesloten met naam ‘Regeling netto partnerpensioen’. De verzekering had een looptijd van één jaar. Voor het verstrijken van die termijn wordt aan de verzekerde een ‘nieuw aanbod’ gedaan. De verzekerde hoeft verder niets te doen. Dit wordt door de verzekeraar expliciet bevestigd in een brief aan de verzekerde. Zo gezegd, zo gedaan. De verzekerde doet niets meer. Er wordt ook geen premie betaald. Niet uit onwil, maar uit onwetendheid, want het premiebedrag wordt door het pensioenfonds niet geïncasseerd en er wordt ook geen rekening gestuurd. De verzekeraar was ‘vergeten’ een nieuw aanbod tot verlenging te doen. Op het moment dat de verzekerde overlijdt, weigert het pensioenfonds aan de begunstigde uitkering. In het pensioenreglement is namelijk bepaald dat als de premie niet, of niet tijdig en volledig is voldaan, er geen recht is op netto partnerpensioen en daar beroept pensioenfonds zich op.

Kan dat wel?

CERTA heeft de zaak ten behoeve van de begunstigde aan de rechter voorgelegd. Er wordt door de rechtbank Midden-Nederland ten eerste geoordeeld dat de verzekerde er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de verzekering is verlengd. Dat betekent echter ook dat er premie verschuldigd is. Die is niet betaald, maar de rechtbank volgt het door CERTA ingenomen standpunt dat de wet bepaalt dat de verzekeraar in geval van niet-betalen van de vervolgpremie de verzekeringnemer moet waarschuwen voor de daaraan verbonden gevolgen en een termijn moet geven waarbinnen de premie alsnog voldaan kan worden. Het gevolg van het niet betalen van de premie (het beëindigen van de verzekering door het pensioenfonds) kan pas intreden als de betaling toch uitblijft. Die waarschuwing is door de verzekeraar niet gegeven, met het gevolg dat de begunstigde nog verzekerd is en aanspraak kan maken op uitkering. Ten overvloede heeft de rechtbank overwogen dat het niet informeren van de verzekerde over de verlenging in strijd is met de zorgvuldigheid die het pensioenfonds in acht behoort te nemen ten aanzien van haar deelnemers, zodat de (subsidiaire) vordering tot vergoeding van schade op grond van onrechtmatige daad ook voor toewijzing gereed had gelegen.

PFZW wordt derhalve in ongelijk gesteld. De beloftes uit de allervriendelijkste communicatie- en verkoopuitingen werden niet nagekomen. Onze cliënt zal alsnog uitbetaald worden. Hebt u een vergelijkbare zaak of een ander geschil met een verzekeraar, neem dan contact met ons op.

CERTA helpt u graag verder.

Stuur een mail naar: [email protected] of [email protected] of bel: 020 – 219 25 41

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Bestuursaansprakelijkheid, Insolventie, Opinie, Pensioen, PFZW, Verzekeringsrecht

19 januari 2021

Omdat je verder wilt

Brandt de Gemeente Amsterdam toch haar vingers aan AEB?

In het FD van 8 december 2020 wordt gemeld:
“Groen licht voor redding geplaagde afvalverwerker AEB”.
Volgens het artikel gloort er eindelijk licht aan het einde van de tunnel voor het noodlijdende afvalverwerkingsbedrijf AEB. De Gemeente Amsterdam is de reddende engel. De Europese Commissie moet nog toestemming verlenen waarbij AEB verzelfstandigd wordt. De keerzijde van de voorgelegde transactie is wel dat AEB mogelijk 100 miljoen euro misloopt bij de verkoop van haar deelneming in het stadswarmtebedrijf Westpoort Warmte (WPW). Schuilt in die voorgenomen transactie niet het gevaar dat crediteuren van AEB in geval van een faillissement van AEB benadeeld worden? Met andere woorden is de voorgenomen verkoop van WPW niet paulianeus?

Bij de verkoop van de deelneming in WPW wordt het aandelenbelang van AEB aan de gemeente Amsterdam verkocht voor een bedrag van afgerond 73 miljoen euro. Met de opbrengst betaalt AEB 35 miljoen terug aan de gemeente en het restant wordt gebruikt om de leningen bij banken (deels) terug te betalen. De prijs van 73 miljoen zou volgens de gemeente en de door haar ingeschakelde adviseur ‘marktconform’ zijn, terwijl een gerenommeerd taxatiebureau de waarde van WPW in 2019 nog ruim 2,5 keer zo hoog taxeerde. De verantwoording voor de lagere prijs zou liggen in het feit dat AEB min of meer ‘gedwongen’ is om haar belang aan de gemeente te verkopen. In hoeverre de aandelen mogelijk aan de gemeente verpand zijn is niet bekend.

Het is dus nog maar de vraag of deze transactie voor de crediteuren van AEB de ‘beste’ oplossing is. Zijn zij niet beter af met een faillissement waarbij AEB, haar deelneming en de overige activa door een curator worden verkocht en zo mogelijk een hogere opbrengst genereert, die ten gunste kan komen van de crediteuren. Ook is de vraag of als de voorgenomen verkoop doorgaat en AEB failleert, de gemeente niet alsnog haar eigen vingers brandt door de deelneming voor een (te) laag bedrag en in ieder geval voor een bedrag dat  ruim 100 miljoen lager is dan de taxatiewaarde van 2019 over te nemen. Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat de waarde bij een executieverkoop zeker lager kan uitpakken dan in het geval van een ‘going concern’. Desalniettemin denk ik dat er in de verkoop zeker een risico schuilt. Een curator zal de transactie tegen het licht houden en beoordelen of deze de zogenaamde ‘paulianatoets’ kan doorstaan.

Daarvoor is vereist dat de transactie onverplicht is aangegaan. Dat wil kort gezegd zeggen dat er geen overeenkomst aan ten grondslag ligt die AEB verplicht om haar deelneming (aan de gemeente) te verkopen. Dat lijkt hier niet het geval. Verder dienen door de transactie crediteuren benadeeld te worden en dienen betrokken partijen daarvan wetenschap te hebben. Ook aan dat laatste criterium lijkt te kunnen worden voldaan nu het partijen bekend is dat AEB al jaren noodlijdend is (de accountant van AEB weigerde tot voor kort de jaarrekening goed te keuren) en een faillissement nagenoeg onafwendbaar. Het valt of staat dus met of er benadeling van crediteuren plaatsvindt. Op basis van de voorhanden zijnde informatie (lage kooprijs die ‘marktconform’ is?) zou dat zeker kunnen.

De toekomst moet evenwel uitwijzen of dit daadwerkelijk het geval is en of de gemeente dan toch (weer) haar vingers brandt aan AEB.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Insolventie, Opinie

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Pagina 3
  • Pagina 4

Amsterdam
Keizersgracht 620
1017 ER Amsterdam

 

Bussum
Brediusweg 20
1401 AG Bussum

 

020 521 6699 | [email protected]

 

KvK: 34342484 | BTW nr: 8208.79.368.B01

Juridische informatie:

Algemene Voorwaarden

Klachtenregeling

Privacyverklaring

Rechtsgebiedenregister

Evaluatieformulier

Snel naar:

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact
  • Zoeken
© 2025 CERTA | Realisatie: Probu

Privacyverklaring & AV koppeling

Privacyverklaring  |  AV