NEWSFLASH: Wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’.
Vrijdag 6 oktober 2023 is het wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden’ gepubliceerd voor internetconsultatie. Het wetsvoorstel bevat een toetsingskader waarmee aan de hand van elementen bepaald kan worden of sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Wanneer is sprake van een arbeidsovereenkomst?
Het onderscheid tussen een ZZP’er en een arbeidsovereenkomst is al jaren een veelbesproken onderwerp. Het wetsvoorstel is een reactie op de vele rechtszaken en discussies van de afgelopen jaren over de status van zzp’ers, zoals Uber en Deliveroo. De verduidelijkingen moeten leiden tot een consistente beoordeling van arbeidsrelaties en duidelijkheid bieden voor zowel opdrachtgevers als zzp’ers.
Belangrijkste punten van het wetsvoorstel:
Centraal in deze voorgestelde wetgeving staan twee cruciale wijzigingen. Door deze twee voorgestelde wijzigingen zou duidelijker moeten zijn in welke gevallen sprake is van een arbeidsovereenkomst (en wanneer dus de arbeidsrechtelijke regels van toepassing zijn) en wanneer niet.
Het wordt verduidelijkt wanneer sprake is van “werken in dienst van een werkgever” én wordt een nieuw rechtsvermoeden voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst geïntroduceerd.
- Wettelijk vereiste voor gezag: De wetgever beoogt het criterium “in dienst van” te verduidelijken door een nieuwe wettelijke formule waarin de bestaande jurisprudentie wordt gecodificeerd, hierbij ligt de nadruk op ondernemerschap. Het betreft een toetsingskader met drie criteria:
a) de arbeid wordt verricht onder werkinhoudelijke aansturing door de werkgever;
b) de arbeid of de werknemer zijn organisatorisch ingebed in de organisatie van de werkgever; en
c) de werknemer verricht de arbeid niet voor eigen rekening en risico. - Rechtsvermoeden op basis van tarief: Als een werknemer een vergoeding van maximaal € 32,24 per uur krijgt, wordt verondersteld dat er een arbeidsovereenkomst bestaat.
Huidige status:
Het wetsvoorstel is momenteel in de consultatiefase en moet nog worden besproken in de Eerste en Tweede Kamer. Het kan dus nog wijzigingen ondergaan. De verwachting is dat de wetgeving uiterlijk op 1 januari 2025 wordt afgerond en op 1 juli 2025 in werking treedt.
Gevolgen?
Men vermoedt dat na de mogelijke invoering van het wetsvoorstel minstens 50% van de zzp’ers als werknemers zal worden gezien! Dit zou dan ook een bom leggen onder de ZZP-constructie die op dit moment veel voorkomt in bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs.
Advies:
Gebaseerd op het wetsvoorstel zullen organisaties beperkter zzp’ers kunnen inzetten via een overeenkomst van opdracht. Hoewel het momenteel een voorstel betreft, bevat het ook delen van de huidige beleidsrichtlijnen van de Belastingdienst over de gezagsverhouding. Het streven is om het wetgevingstraject tegen 1 januari 2025 te voltooien.
De inwerkingtreding staat gepland voor 1 juli 2025, wat een voorbereidingstijd van 6 maanden geeft. Er is geen overgangsregeling, dus zodra de wet van kracht is, geldt deze ook direct voor bestaande overeenkomsten. Ondanks dat het nog een wetsvoorstel betreft, onderstreept ook de Memorie van Toelichting het belang van vroegtijdige aandacht voor de huidige contractvormen.
- Kort gezegd, wacht niet tot het laatste moment. Bekijk wat dit voorstel betekent voor uw organisatie, vooral in termen van werkinstructie en organisatorische integratie versus de zelfstandigheid van de opdrachtnemer.
Heeft u vragen of wilt u meer weten over wat dit voorstel kan betekenen voor uw organisatie? Aarzel dan niet om vrijblijvend contact op te nemen met Barbara Veldmaat en Serena Bank.