Stand van zaken huurbescherming ligplaatsen
Op 1 juli 2022 is de Wet tot wijziging van Boek 7 BW in verband met het verbeteren van huurbescherming voor huurders van ligplaatsen in werking getreden. Dat is al even geleden, maar in verband met het einde van de overgangsperiode weer heel relevant. Hieronder gaan wij nog kort in op de wijzigingen en de gevolgen van nieuwe ontwikkelingen.
Wetswijziging
De wet beoogt huurders van ligplaatsen voor woonboten dezelfde huurbescherming te bieden als huurders van woningen op de wal. Huur van een ligplaats wordt sinds de invoering van de wet meer gezien als huur van woonruimte. Huurders worden onder meer beschermd tegen opzegging en ontbinding en hebben daarnaast extra mogelijkheden om het huurcontract over te dragen.
Wijzigingen van toepassing op bestaande overeenkomsten
Eerder schreven wij over de nieuwe artikelen en wijzigingen (zie Huurbescherming voor huurders van ligplaatsen van woonboten - CERTA). De zogenaamde overgangsperiode is inmiddels afgelopen. Dat betekent dat de nieuwe artikelen en wijzigingen voor huurovereenkomsten die op 1 juli 2022 al bestonden sinds 1 juli 2024 ook daarop van toepassing zijn.
Voor alle huurovereenkomsten met betrekking tot ligplaatsen geldt kort samengevat dat:
- Huurovereenkomsten met betrekking tot een ligplaats alleen kunnen worden ontbonden door de rechter;
- Bij het overlijden van de huurder van een ligplaats een medehuurder of degene met wie de huurder een duurzame gemeenschappelijke huishouding voerde kan verzoeken om de huurovereenkomst voort te zetten. Als er geen medehuurder of andere persoon is die de huurovereenkomst voortzet, worden de erfgenamen huurder;
- De huurder van een ligplaats die eigenaar is van de voor bewoning bestemde woonboot (die op de ligplaats is afgemeerd), bij verkoop van de woonboot kan vorderen dat de koper in zijn plaats wordt gesteld als huurder van de ligplaats. De huurder van de ligplaats dient een zwaarwegend belang te hebben bij de indeplaatsstelling en de voorgestelde huurder dient voldoende financiële waarborgen voor behoorlijk nakoming van de huurovereenkomst te bieden;
- De verhuurder van de ligplaats de huurovereenkomst moet opzeggen met inachtneming van de wettelijke opzeggronden en formaliteiten die gelden voor woonruimten.
Nieuwe ontwikkelingen
Ondanks dat de wijzigingen veel verbeteringen voor huurders van ligplaatsen met zich hebben gebracht, bestond er nog enige onzekerheid in de gevallen dat ligplaatsen voor bepaalde tijd werden verhuurd. Eigenaren zouden logischerwijs investeringen achterwege laten totdat zij de ligplaats voor onbepaalde tijd zouden huren. Inmiddels heeft nieuwe wetgeving ook daar verandering in gebracht. Met de Wet vaste huurcontracten zijn huurovereenkomst voor onbepaalde tijd weer de norm geworden. Slechts in een aantal beperkte gevallen kunnen huurovereenkomsten voor bepaalde tijd worden aangegaan. Veel woonbooteigenaren zullen daarom de ligplaats voor onbepaalde tijd (gaan) huren. Aan de onzekerheid omtrent de duur van de huurovereenkomst is daarmee ook een einde gekomen.
Conclusie
Met het einde van de overgangsperiode voor de nieuwe artikelen en wijzigingen in verband met het verbeteren van huurbescherming voor huurders van ligplaatsen en de inwerkingtreding van de Wet vaste huurcontracten hebben alle huurders van ligplaatsen veel zekerheid met betrekking tot het behoud van hun ligplaats.
Vragen of advies nodig over een opzegging, ontbinding of indeplaatsstelling van een huurovereenkomst met betrekking tot een ligplaats? Neem contact op met Lisanne Hennink of Louise Strating.