• Door naar de hoofd inhoud

CERTA

Header Rechts

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact

Incasso

10 april 2025

Omdat je verder wilt

Gevolgen niet-naleving Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki)

Inleiding
Op 1 april 2024 is de de Wet kwaliteit incassodienstverlening (hierna: “Wki”) in werking getreden. Deze wet heeft als doel de kwaliteit en transparantie binnen de incassosector te verbeteren en wanpraktijken tegen te gaan. Sinds de invoering van de Wki zijn alle incassodienstverleners, waaronder VvE- en vastgoedbeheerders, verplicht zich te houden aan strikte regels. Dit betreft onder andere de registratieplicht, strikte kwaliteitseisen en communicatie met debiteuren. Maar wat gebeurt er als deze regels niet worden nageleefd?

In dit artikel bespreken we de civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke gevolgen bij overtreding van de Wki. We beginnen met een korte uitleg van de belangrijkste verplichtingen die voortvloeien uit de wet, waarna we dieper ingaan op de mogelijke gevolgen bij niet-naleving.

Verplichtingen Wki
Een van de meest ingrijpende verplichtingen is de registratie in het incassoregister, waarin incassodienstverleners moeten worden opgenomen. De Wki geldt voor incassodienstverleners, met uitzondering van gerechtsdeurwaarders en advocaten, die vorderingen innen als onderdeel van hun beroeps- of bedrijfsactiviteiten.

Naast de registratie stelt de Wki diverse kwaliteitseisen aan incassodienstverleners. Een essentieel onderdeel hiervan is de manier waarop zij met schuldenaren communiceren. Deze communicatie moet transparant, correct en duidelijk zijn. Het doel is om volledige betaling te verkrijgen. Als dat niet lukt, kan (mogelijk) een passende betalingsregeling worden getroffen.

Tot slot kent de Wki een specifieke informatieplicht: de schuldenaar moet onder andere geïnformeerd worden over de vordering, de identiteit van de schuldeiser en zijn rechten en plichten.

Civielrechtelijke gevolgen
De verplichtingen uit de Wki zijn hiervoor toegelicht, maar wat zijn de gevolgen van niet-naleving? We beginnen met de civielrechtelijke gevolgen.

Geen registratie? Geen betaling!
Met de inwerkingtreding van artikel 18 van de Wki op 1 oktober 2026 verandert het speelveld voor incassodienstverleners aanzienlijk. Als een incassodienstverlener niet staat ingeschreven in het incassoregister of geschorst is, hoeft de schuldenaar geen gehoor te geven aan een sommatie. Sterker nog, de schuldenaar kan zich op het standpunt stellen dat de hoofdsom zelf niet betaald hoeft te worden zolang de incasso wordt uitgevoerd door een niet-geregistreerde incassodienstverlener. Bovendien heeft deze bepaling een direct gevolg voor de verschuldigdheid van de rente. Vanaf de dag van het schriftelijke betalingsverzoek van de (niet geregistreerde) incassodienstverlener wordt de vertraging in de betaling niet aan de schuldenaar toegerekend.

Maar artikel 18 lid 2 Wki gaat nog een stap verder. Hierin wordt expliciet bepaald dat de buitengerechtelijke incassokosten niet verschuldigd zijn als de vordering wordt geïnd door een niet-geregistreerde of geschorste dienstverlener. Dit principe is helder: voor “onbevoegd” uitgevoerde werkzaamheden hoeft niet te worden betaald. Zelfs als de buitengerechtelijke incassokosten toch worden voldaan door de schuldenaar, kan hij deze terugvorderen op grond van onverschuldigde betaling.

De ‘besmette’ incasso
Zodra artikel 18 Wki van kracht wordt, zullen de civielrechtelijke gevolgen een extra stok achter de deur zijn voor schuldeisers die overwegen om een niet-geregistreerde incassodienstverlener in te schakelen. Als een incassotraject wordt gestart door een incassodienstverlener die niet geregistreerd is, zal dit de hoofdsom ‘besmetten’. Dit betekent dat er later geen buitengerechtelijke incassokosten meer in rekening kunnen worden gebracht, zelfs niet als de schuldeiser later alsnog een wel geregistreerde incassodienstverlener inschakelt. Met andere woorden: begin je met een foute start, dan blijft die fout aan je vordering kleven.

Bestuursrechtelijke gevolgen
Het niet naleven van de Wki heeft ook bestuursrechtelijke gevolgen. Deze richten zich weliswaar voornamelijk op de incassodienstverleners, maar kunnen ook gevolgen hebben voor de schuldeisers. De bestuursrechtelijke gevolgen worden hierna toegelicht.

Toezicht en medewerking onderzoek
Handhaving kan al beginnen bij toezicht. Onder toezicht verstaan we het algemeen monitoren van de incassomarkt, maar ook verdiepende onderzoeken naar specifieke bedrijven bij een concreet risico op een overtreding van de Wki. In beide situaties geldt dat iedereen verplicht is om medewerking te verlenen, bijvoorbeeld door het verstrekken van informatie. Bij weigering kunnen handhavingsmaatregelen worden ingezet om medewerking af te dwingen of om de weigering te sanctioneren.

Herstelsancties en punitieve sancties
Bij niet-naleving van (een van) de kwaliteitseisen, kan er een last onder dwangsom of bestuurlijke boete worden opgelegd. Een last onder dwangsom is een herstelmaatregel die als doel heeft de overtreding te beëindigen. De bestuurlijke boete is een punitieve sanctie en heeft daarmee een afschrikkende werking. Bij ernstige of herhaalde overtredingen kan de registratie van de incassodienstverlener in het incassoregister tevens worden doorgehaald.

Naming and shaming
Zodra bestuursrechtelijke maatregelen zijn opgelegd, worden deze opgenomen in het incassoregister. Het incassoregister bevat dus niet alleen belangrijke gegevens over de aanbieders, maar ook gegevens over de opgelegde sancties. Met andere woorden: sanctiebesluiten worden dus actief gepubliceerd. Voor schuldeisers kan dit reputatieschade opleveren, zeker als zij in verband worden gebracht met een gesanctioneerde incassodienstverlener. Wees daarom waakzaam en controleer vooraf of de beoogde incassodienstverlener daadwerkelijk is geregistreerd.

Strafrechtelijke gevolgen
Last but definitely not least: de strafrechtelijke gevolgen. Met de inwerkingtreding van de Wki wordt het mogelijk gemaakt om strafrechtelijk op te treden tegen het zonder registratie verrichten of aanbieden van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden. Dit wordt aangemerkt als een economisch delict en kan worden bestraft met hechtenis, taakstraf of een geldboete. Afhankelijk van de omstandigheden kan de geldboete oplopen tot maximaal € 87.000,00. Daarnaast kunnen bijkomende straffen en maatregelen worden opgelegd, zoals stillegging van de onderneming of ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

Conclusie
Incassodienstverleners doen er verstandig aan om de verplichtingen uit de Wki strikt na te leven. Ook voor schuldeisers is het van belang om zorgvuldig te werk te gaan bij het inschakelen van een incassodienstverlener. Het niet naleven van de Wki kan immers ingrijpende civielrechtelijke, bestuursrechtelijke én strafrechtelijke gevolgen hebben – met nadelige effecten voor beide partijen. Denk aan het verlies van de incassokosten, boetes, reputatieschade door openbaarmaking van sancties en zelfs strafrechtelijke vervolging. Kortom, zorgvuldige naleving van de Wki is dus niet alleen een wettelijke verplichting, maar ook in het belang van zowel incassodienstverleners als schuldeisers.

Contact
Heb je vragen over de Wki en de mogelijke gevolgen? Neem dan contact op met Fatima Imbouh of Roza Morrison. Certa helpt je graag verder.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Incasso, Opinie

28 november 2024

Omdat je verder wilt

Sociaal incasseren: wat zijn de gevolgen van de meldingsplicht in combinatie met een huurachterstand?

In de praktijk worden verhuurders regelmatig geconfronteerd met huurders van woonruimte die hun huurbetalingsverplichtingen – om wat voor reden dan ook – niet (goed) nakomen. Als dit het geval is, kan de verhuurder de kantonrechter vragen om de huurovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter wijst deze vordering alleen toe indien de huurachterstand ernstig genoeg is om ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. In de regel wordt een huurachterstand van drie maanden of meer als voldoende beschouwd, maar de rechter dient altijd alle omstandigheden in de overwegingen mee te  nemen. Een van de omstandigheden die de kantonrechter in acht moet nemen, is de meldingsplicht op grond van het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening. Hierna gaan wij  verder in op de meldingsplicht en de rol die deze speelt in de beoordeling van ontbindingsvorderingen.

Meldingsplicht
Per 1 januari 2021 is het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: “het Besluit”) in werking getreden. Op grond van artikel 2 van het Besluit is een verhuurder van een woning verplicht om bij een huurachterstand de contactgegevens van de huurder en de hoogte van de huurachterstand aan de gemeente te melden, tenzij de huurder duidelijk heeft gemaakt dat hij of zij dit niet wenst. De achterliggende gedachte van de meldingsplicht voor verhuurders is dat door middel van vroegsingalering van de schulden wordt geprobeerd oplopende huurachterstanden en huisuitzettingen te voorkomen.

Voordat een verhuurder overgaat tot een melding, dient zij:

  • zich in te spannen om in persoonlijk contact te treden met huurder om deze te wijzen op de mogelijkheden om betalingsachterstanden te voorkomen en te beëindigen;
  • huurder te wijzen op de mogelijkheden voor schuldhulpverlening;
  • huurder ten minste eenmaal een betalingsherinnering te hebben gestuurd; en
  • bij de betalingsherinnering duidelijk te maken dat zij de contactgegevens van de huurder gaat verstrekken aan de gemeente,tenzij daarop binnen een bepaalde termijn afwijzend wordt gereageerd. Dit betekent dat verhuurder verplicht is een melding te maken, tenzij huurder expliciet heeft aangegeven hier geen toestemming voor te geven.

De bovengenoemde verplichtingen gelden voor alle verhuurders. Het maakt dus niet uit of je een woningcorporatie of een particuliere verhuurder bent.

Gevolgen bij niet-naleving meldingsplicht
Wat als je als verhuurder niet aan de meldingsplicht voldoet? Aan het niet naleven van de meldingsplicht zijn geen directe sancties verbonden. In de toelichting bij het Besluit wordt echter opgemerkt dat de verwachting is dat de rechter de vroegsignalering van schulden zal betrekken bij de afweging of een huiszetting is te rechtvaardigen. De verhuurder kan de rechter zonder melding dus nog steeds verzoeken om de huurovereenkomst te ontbinden, maar dit lijkt niet altijd verstandig om te doen.

Rechtspraak
Uit diverse uitspraken van verschillende rechtbanken blijkt dat kantonrechters verstrekkende gevolgen kunnen verbinden aan het niet naleven van de meldingsplicht. Van belang is hierbij of aannemelijk is dat vroegsignalering mogelijk had kunnen bijdragen aan het voorkomen van een oplopende huurachterstand. Alle omstandigheden van het geval spelen hierbij een rol. Hierna volgen enkele voorbeelden van uitspraken.

In een uitspraak van een kantonrechter van de rechtbank  Limburg (ECLI:NL:RBLIM:2022:2597) werd geoordeeld dat de verhuurder onvoldoende inspanningen had verricht om persoonlijk contact te leggen met de huurder. Van een sociaal verhuurder mag dit wel worden verwacht, aldus de kantonrechter. Het niet naleven van de meldingsplicht in combinatie met het feit dat verhuurder geen pogingen heeft gedaan om persoonlijk met de huurder in contact te treden, maakte dat de ontbinding van de huurovereenkomst in deze zaak niet gerechtvaardigd was. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst werd door de kantonrechter dus afgewezen.

Een vergelijkbaar oordeel werd geveld door een kantonrechter van de rechtbank  Rotterdam op 27 mei 2022 (ECLI:RBROT:2022:4103), waarbij de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst werd afgewezen. In deze zaak oordeelde de kantonrechter dat verhuurder zich onvoldoende heeft ingespannen om aan haar verplichtingen op grond van artikel 2 van het Besluit te voldoen. De kantonrechter oordeelde dat niet kon worden uitgesloten dat de huurachterstand lager zou zijn geweest als de verhuurder tijdig een melding had gedaan. Vergelijkbare overwegingen zijn te vinden in andere uitspraken van kantonrechters (o.a.  ECLI:NL:RBZWB:2022:7500, ECLI:NL:RBROT:2022:5672 en ECLI:NL:RBROT:2022:8193).

Niet-naleving van de meldingsplicht leidt echter niet altijd tot afwijzing van de vordering tot ontbinding. In situaties waarin aannemelijk is dat het nakomen van de meldingsplicht geen wezenlijke verandering zou hebben gebracht, kan de rechter de vordering alsnog toewijzen. Zo werd in een zaak waarbij de huurder zelf aangaf geen betaalmogelijkheden te hebben de ontbinding van de huurovereenkomst – ondanks het ontbreken van een melding - toch toegewezen (ECLI:NL:RBLIM:2022:6229). Ook als de omvang van de tekortkoming niet tegen het niet naleven van de meldingsplicht opweegt, kan de ontbinding alsnog worden toegewezen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een forse huurachterstand, waarbij de huurder geen bijzondere omstandigheden naar voren brengt die rechtvaardigen dat zijn belang bij het behoud van de woning zwaarder weegt dan het belang van de verhuurder (zie hiervoor o.a. ECLI:NL:RBROT:2022:5309 en ECLI:NL:RBDHA:2024:13490).

Conclusie
Verhuurders doen er verstandig aan om de meldingsplicht uit artikel 2 van het Besluit op te volgen, ook als de huurder niet reageert. Het niet naleven van deze verplichting kan er in het uiterste geval toe leiden dat een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst door de rechter wordt afgewezen. Aan de andere kant zien wij in de heersende jurisprudentie terug dat ieder geval anders is. Per geval dient dus naar de belangen van alle partijen te worden gekeken en de afweging te worden gemaakt of de melding wel/niet wenselijk c.q. noodzakelijk is. Wij denken graag met verhuurders mee en leveren hierin maatwerk.

Vragen over dit onderwerp of advies nodig? Neem gerust contact op met Fatima Imbouh, Macy Weij of een van onze andere specialisten.

Omdat je verder wilt

Geplaatst in: Incasso, Opinie

Amsterdam
Keizersgracht 620
1017 ER Amsterdam

 

Bussum
Brediusweg 20
1401 AG Bussum

 

020 521 6699 | [email protected]

 

KvK: 34342484 | BTW nr: 8208.79.368.B01

Juridische informatie:

Algemene Voorwaarden

Klachtenregeling

Privacyverklaring

Rechtsgebiedenregister

Evaluatieformulier

Snel naar:

  • Logo
  • Menu sluiten
  • Over ons
    • Ons team
    • Ons kantoorpand op de Keizersgracht
    • International Legal Networks
    • Vacatures
    • CERTA & Big Friends
  • Expertises
    • Arbeidsrecht
    • Bestuursrecht
    • Omgevingsrecht
    • Contractenrecht
    • Incasso
    • Insolventierecht
    • WHOA
    • Ondernemingsrecht
    • Vastgoedrecht
    • Woningcorporaties
  • Opinie
  • Faillissementen
    • Veelgestelde vragen
  • Contact
  • Zoeken
© 2025 CERTA | Realisatie: Probu

Privacyverklaring & AV koppeling

Privacyverklaring  |  AV

Storing

Wegens technische omstandigheden zijn wij mogelijk minder goed bereikbaar op het algemene telefoonnummer.
Neem daarom vooral rechtstreeks contact op met een van onze medewerkers.
Excuses voor het ongemak.