Huurbescherming voor huurders van ligplaatsen van woonboten
Nederland is een waterland. Er wordt van oudsher al op het water gewoond. Met de huidige woningnood wordt wonen op het water meer en meer een populaire oplossing. Misschien speelt de klimaatverandering ook wel een rol. De ligplaats van een woonboot kon tot voor kort in juridisch opzicht zorgen met zich brengen. De reden daarvoor is dat een ligplaats in de meeste gevallen niet als onroerend goed wordt gezien, waardoor niet aan de definitie van woonruimte werd voldaan. Dat had tot gevolg dat een huurder van een ligplaats van een woonboot geen huurbescherming (zoals voor woonruimte geldt) geniet. Met een recente wetswijziging is dat verleden tijd.
Wetswijziging
Met ingang van 1 juli 2022 is de huurbescherming voor huurders van ligplaatsen van woonboten verbeterd. Onder ligplaats wordt verstaan “een plaats in het water bestemd voor het afmeren van een voor bewoning bestemd drijvend object”. [1] Voor 1 juli 2022 werden ligplaatsen niet aangemerkt als ‘woonruimte’, zodat huurders van ligplaatsen geen huurbescherming genoten. Dat betekent onder meer dat de huurovereenkomst vaak eenvoudig opgezegd kon worden en er geen wettelijke bepalingen golden voor het voortzetten van de huurovereenkomst na het overlijden van de huurder. Met de wetswijziging [2] is daar verandering in gebracht. Er is expliciet bepaald dat onder woonruimte ook een ligplaats wordt verstaan.
Gevolgen
De wetswijziging heeft tot belangrijkste gevolg dat wettelijk is bepaald in welke gevallen een huurovereenkomst door de verhuurder opgezegd kan worden en welke formaliteiten daarbij in acht genomen moeten worden. De gevallen waarin dat mogelijk is, zijn beperkt. De kans dat een huurder zijn gehuurde ligplaats ‘kwijtraakt’ is daarmee mogelijk afgenomen. Aan de andere kant kan de mogelijkheid om een huurcontract voor bepaalde tijd aan te gaan (zonder dat sprake is van huurbescherming) ook onzekerheid voor woonbooteigenaren met zich brengen. Investeringen in een woonboot zullen vaak achterwege blijven totdat zekerheid met betrekking tot een ligplaats is verkregen. Een ander gevolg van de wetswijziging is dat bij het overlijden van de huurder van een ligplaats, de medehuurder de huur voortzet of degene die met de huurder een duurzame gemeenschappelijke huishouding voerde kan de verhuurder verzoeken om de huurovereenkomst voort te zetten. Als er geen medehuurder of andere persoon is die de huurovereenkomst voortzet, eindigt de huurovereenkomst voor woonruimten twee maanden na het overlijden van de huurder. Voor ligplaatsen is echter een uitzondering gemaakt, omdat het verliezen van een ligplaats zeer nadelige gevolgen kan hebben voor de erfgenamen. Verder heeft de wetswijziging tot gevolg dat bij overdracht van de ligplaats, de ligplaatshuurovereenkomst blijft bestaan. De nieuwe eigenaar van de ligplaats wordt de verhuurder.
Huurders van woonboten
Zoals gezegd, geldt de wetswijziging voor huurders van ligplaatsen van woonboten, maar niet voor huurders van woonboten zelf. Uit de memorie van toelichting blijkt dat is overwogen om ook aan huurders van woonboten huurbescherming te geven, maar dat daarvan is afgezien omdat daaraan geen behoefte zou bestaan. Ook zou huurbescherming voor huurders van woonboten het effect kunnen hebben dat woonbooteigenaren van verhuur afzien.
Conclusie
Huurders van ligplaatsen hoeven zich met de inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van Boek 7 BW in verband met het verbeteren van huurbescherming voor huurders van ligplaatsen minder zorgen te maken over het behoud van hun ligplaats. Voor verhuurders is het door de wetswijziging minder eenvoudig geworden om de huurovereenkomst met betrekking tot een ligplaats op te zeggen en bij overlijden van de huurder eindigt de huurovereenkomst niet. Let wel op dat de wijziging geldt voor na 1 juli 2022 gesloten huurovereenkomsten. Huurders die vóór 1 juli 2022 een huurovereenkomst hebben gesloten, moeten nog twee jaar wachten voordat de wijzigingen van toepassing worden.
[1] Art. 7:326a BW
[2] Wet van 30 maart 2022 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verbeteren van de huurbescherming voor huurders van ligplaatsen.
Contact
Vragen over de huur van ligplaatsen of woonboten?
Neem contact op met Rogier Visser of Louise Strating.