Scheefwonen en sociale huur: Wat zegt de rechter
Voor het eerst in Nederland brengt een woningcorporatie een zaak over scheefwonen (niet verwarren met scheefhuren) voor de rechter.
Het recht op wonen
Het bevorderen van voldoende woongelegenheid is een voorwerp van zorg van de overheid. Het (goed) kunnen wonen, wordt zo belangrijk gevonden dat het zelfs in onze grondwet is verankerd (art. 22). Op het moment dat een toegelaten instelling een sociale huurwoning van een van haar huurders terug wil omdat hij ook koopwoningen heeft, kan niet over een nacht ijs worden gegaan. De procedure heeft flink wat pennen in beweging gebracht, lees bijvoorbeeld het artikel in Het Parool en Ymere wil sociale huurwoning terug omdat huurder meerdere koopwoningen bezit en verhuurt Ymere: ‘pandjesbaas’ met hoge huurinkomsten heeft geen recht op sociale huurwoning | NUL20
Waarom is deze zaak belangrijk
Dit is de eerste keer dat een corporatie een zaak aan de rechter voorlegt waarin sprake is van sociale verhuur aan iemand die tegelijkertijd twee koopwoningen (die worden verhuurd) in eigendom heeft. Er is niet een specifieke wettelijke regeling die dat verbiedt. Door de corporatie wordt een beroep gedaan op dringend eigen gebruik. De onderbouwing komt kort gezegd neer op het ingaan op (het ontstaan van) corporaties (de eerste in Nederland is anno 1852), het doel van corporaties tot het uitwerken van de onderdelen dringend, eigen gebruik en het vereiste dat er voor de huurder passende vervangende woonruimte voorhanden is. Houdt de opzegging stand? Uit eerder onderzoek blijkt dat situaties zoals deze het topje van de ijsberg kunnen zijn. Zie bijvoorbeeld het artikel in NRC.
Het vonnis: 30 januari 2025
De rechter doet op 30 januari 2025 uitspraak. Dit vonnis kan grote gevolgen hebben voor de manier waarop corporaties scheefwonen kunnen tegengaan. Hebt u vragen over het beroep van een corporatie op dringend eigen gebruik bij scheefwonen, neem dan contact op met ons vastgoed-/huurrechtteam.